Zilveren Hoefijzers. - Vgl. Biekorf 1950, blz. 247.
Mijn Moeder zaliger, Sidonie Claeys (1851 1936) vertelde menige keeren, van hooren zeggen van haar eigen Moeder, Melanie Ghyselen (1826-1918):
‘dat er ne keer zulk ne rijken Heere geleefd had: de Graaf D'Alcantara, die van Brugge tot Meenen kost rijden op zijn eigen goed, en die zijn peerden altijd met zilveren hoefijzers deed beslaan! En dat die Grave er hem deure geboerd had, met schoone peerden, schoone vrouwen enz.. zoodat hij zijn goed moest verkoopen....’
Vgl. Parochieboek van Iseghem, door Kan. Tanghe, bl. 170. - De ‘Plaatsemolen’ te Beveren bij Roeselare, waar mijn Moeders ouders, Sarelke Claeys en Melanie Ghyselen, zich placeerden als jonge trouwers in 1846, behoorde alsdan aan een zekeren Devos, maar, tot kort voordien (1828?) aan den Graaf D'Alcantara....
Hier loopen wellicht Legende en Waarheid door malkaar!
Beveren-Roeselare
J. Rabau
Die vertelling van die zilveren hoefijzers is taa1, en niet alleen voor peerdsijzers maar voor.... geetijzers.
Te Petegem-bij-Deinze, liep er in 't holste van de nacht een ‘hemelgeele’ rond met gouden bril op de neus en beslagen met zilveren hoefijzers. Als 't een sloeg op Deinze torre, liep ze recht naar den Dries te Petegem en klom er in de ‘Vrijboom’ en ge zaagt heur ijzers blinken door de takken.