Biekorf. Jaargang 52
(1951)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdKaatsenAlhoewel het kaatsspel nog niet volledig vergeten is, toch heeft de voetbal de handbal in Vlaanderen om zo te zeggen verdrongen. Zo was het vroeger niet. Te Brugge, te Gent en elders werd er gekaatst tot in het grafelijk hof. Iedere stad had een kaatsspel voor de lederen bal op de blote hand.Ga naar voetnoot(1) Wanneer pastoor Neerinck een diefstal in de O.L.V. kerk van Deinze verhaalt, welke in de nacht van Donderdag op Vrijdag, wezende 2 en 3 Januari 1620, plaats greep, vertelt hij dat de dieven met rust gelaten hadden: ‘den vergulden bal die onlancx te vooren de caetsers van Deynze dezelfde kercke hadden gheschonken....’Ga naar voetnoot(2) Reeds in 1555 wordt een kaatsplein gemeld te Deinze, op de Markt gelegen tegenover het S. Jorishof. In September 1663 is er te Deinze, ter gelegenheid van de kermis, een grote kaatskampstrijd. De stadswerklieden spannen koorden aan de geplante staken rond het spel. Deinze wil zich meten met de liefhebbers van Tielt en Meulebeke. Die kaatsers hadden ook hun supporters, want - zo luidt de stadsrekening 1662/64: ‘Item betaelt denselven vander Poorten de somme van 2 p. 3 s. 4 gr. in het vereeren met de wijn den heere hooghpointers der casselrije Audenaerde, den Burghemeestre van Thielt met eenighe schepenen van aldaer ende van Meulebeke ten tijde alswanneer zijlieden quamen zien caetsen op den x. xj. xij. 7bre 1663 26 p. par.’ | |
[pagina 20]
| |
Zie, dat is Vlaamse voornaamheid. Erewijn aan de hooggeplaatste personen, die de kaatsers vergezellen, voorzeker niet alleen om te zien kaatsen, maar ook om aan te moedigen. Maar ook de kaatsers zijn niet vergeten. Dit zegt de stadsrekening: ‘Item.... 2p. 3 s. 4 gr. int beschincken van kaetsers van Thielt en Meulebeke alhier binnen Deynse ghewonnen hebbende de pryzen met caetsen op den x. xj. xij 7bre 1663.’ 26 p. par.Ga naar voetnoot(1) Het is wel spijtig dat de rekeningen geen gewag maken van de prijzen, welke naar Tielt en Meulebeke verhuisden.
Het spel met de handbal moet al zoveel verwoede aanhangers geteld hebben als nu de voetbalmatch. Het kaatsen werd een plaag, bij zoverre dat geestelijk en wereldlijk gezag moest ingrijpen. Te Brugge werd het spel verboden op straten en wegen. Onder de goddelijke diensten mocht er ook niet gekaatst worden. Sprekend is het verbod van de Gentse bisschop in 1624: ‘Verbieden op Sondaghen ende Heylighdaghen op de straete te kaetsen voor den elf uren, ende van den eenen tot den dryen naer de vespers; insghelycks alle kaets-spelen te openen, daer te spelen of te gaen sien.... op peyne van ses Carolusguldens ten opsiene van den openaer ende dry guldens van de hanteerders....’Ga naar voetnoot(2) Andere tijden, andere zeden. De voetbal heeft het gewonnen op de handbal, althans in het grootste gedeelte van Vlaanderen. Dit is nochthans import... van over zee... en geregeld in een vreemde taal. Het handbalspel heeft zijn ‘rooimannen’ om de ‘snikkers’Ga naar voetnoot(3) en de ‘scheerders’Ga naar voetnoot(4) op te vangen om de ‘kaats’ zo dicht mogelijk bij de ‘opgevers’ te leggen; wijl de voorman, lenig en zwierig de bal ‘snarig’ met forse slag naar zijn vertrekpunt terugzendt... over de lijn... over! tot leute van de toeschouwers en tot het winnen van vijftien punten. Waar nu nog gekaatst wordt...Brussel, Ronse, Wallonië, enz. zijn geen 50.000 toeschouwers, maar toch soms 500 | |
[pagina 21]
| |
genieters van edele sport met lijn en zwier, van harde kloppen en gewaagde sprongen, van gespannen spieren en hoopvolle verwachtingen, van directheid en trefzekerheid. A. Cassiman |
|