Biekorf. Jaargang 50
(1949)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 232]
| |
De Duikalmanak van Guido GezelleToen in 1886 de eerste Duikalmanak verscheen, was G. Gezelle niet aan zijn eerste almanakproeve. Reeds in 1867 werd, zonder vermelding van de opsteller, een almanak uitgegeven, die door G. Gezelle was samengesteld en bedoeld als eenvoudige en goedkope volkslectuur. Hij droeg als titel: ‘Voor Jan en Alleman. Spokers Almanak of de Lacher van Brugge. Behelzende al dat goed is, niet dat niet en deugt, benevens nog andere dingen. Te verkrijgen bij alle treffelijke drukkers en boekverkoopers, ten prijze van ‘nen dikken’. - 1867 - Eerste Jaar’, en hij was gedrukt ter Boeken Steendrukkerij van Edw. GailliardGa naar voetnoot(1). De inhoud is geput uit de Dagklapper van R.D.H. Als prenten vindt men er o.a. een aapje op een stokje (blz. 2), de berg Libanon (blz. 26) en het wapenschild van België met kenspreuk ‘Union fait la force’ (blz. 68). Op de kalender volgt een dagklapper per maand, die talrijke volkskundige gegevens bevat. Er is ook een opsomming van de leden van de koninklijke familie en van de kerkelijke overheden (blz. 69). Dan komt er spijze voor ieder maag: volksvertelsels als ‘Jan Slimbrouck’ en ‘Waan van Waantje Wekkers’ (R.D.H.I. Blz. 6); een gedicht: ‘De lof der Vlaamsche boeren’; een nieuwjaarsdeuntje en een kerstliedje. Zoals 't past, eindigt ook dit almanakje met een ‘Waar 't vliegen wil’, lijk in R.D.H. Het is het eerste en enige jaar van die Spokersalmanak. Gebeurlijk was de uitgave geen meevaller, misschien kan er gewezen worden op het gebrek aan | |
[pagina 233]
| |
handelsgeest van de opsteller, en mogelijks nog is het voortzetten ervan belemmerd geworden door de zware verantwoordelijkheid bij het samenstellen van R.D.H. gedurende de volgende jaren. Gezelle moet nochtans dit almanakje beschouwd hebben als de voortzetting van het christen-vlaams ideaal van R.D.H., met de bijbedoeling een lezersschaar, die R.D.H. om velerlei redenen niet las, op die manier te bereiken. Eerst heel wat later waagde G. Gezelle zich aan een nieuwe almanakuitgave. Hoe de gedachte van een Duikalmanak bij Gezelle is gerijpt, en wat eigenlijk het meest Gezelle heeft beïnvloed, kan slechts met weinig kans van zekerheid gegist worden. Misschien waren Vlaamse plukalmanakken te dien tijde zeldzaam. Zeker is het dat het Vlaamse land met Frans maakwerk werd overstroomd. In ieder geval beantwoordde geen enkele aan de ideale almanak, die rond iedere Vlaamse haard pastte. In ‘Het Pennoen’, een tijdschrift voor Kunst, Letteren en Vlaamse Beweging, onder de leiding van dichter-folklorist Pol de Mont, wordt enerzijds geklaagd over het ontbreken van degelijke Vlaamse almanakken en anderzijds geboft op de ‘Maria Almanak’ van Pater Daems en de studentenalmanak ‘Driesken de Nijper’, die beide in boekvorm verschijnen. De bijdrage eindigt betekenisvol: ‘Men vulle voortaan de leemten die nog bestaan, men verbetere wat heden reeds bestaat, en men neme voor richtsnoer, zoo in 't nuttige als in 't boertige, een diepen eerbied voor al hetgeen een deftig man eerbiedigen moet: godsdienstigheid, reine zeden en nationaliteit’Ga naar voetnoot(1). Mogelijk is het wel, dat G. Gezelle die tijdschriftbijdrage heeft gelezen. Indien dit niet zo is, vindt men ongeveer in het besluit de sleutel tot de Duikalmanak. Voornoemde hoofdkenmerken van een goede Vlaamse almanak vallen in de Duikalmanak op! | |
[pagina 234]
| |
Want het eenvoudige plukbladje van de Duikalmanak is het werk van iemand, die jarenlang de Dagwijzer van R.D.H. op heel oorspronkelijke wijze opstelde, en door enkele steekwoorden de bijzonderheden op haalt uit het leven van de heiligen, tevens de volksgebruiken opsomt, de familienamen afleidt, de volksnamen van de kruiden opspoort in verband met de kalender, en de beroemdheden uit vroegere tijden vereert met de aangifte van hun geboorte- of sterfdatum. Daarbij brengt ieder blad een spreuk of een rijm, geput aan de onuitputtelijke bron van de volksoverlevering en de volkstaal. Een paar voorbeelden slechts kunnen volstaan. Op het Kerstblaadje van 1889 vinden we aldus opgesomd: ‘Kerstdag - Nativitatis D.N.J.C. - Eerste dag van't jaar, van 1313 tot 1575. Hoogtijd, hoogdag van Kerstdag, Kerstnacht, Kerstmesse, Wijnacht, Messenacht, Moederennacht, de eerste van de twaalf heilige nachten, joeltijd, joelvrede, joelblok, kerstblok, kerstzeelen, kerstelingen. enz. Kerstlelie = Helleborus niger. L. Begrijpelijk levert niet iedere dag zulk een oogst van volkskundige gegevens. Toch is er steeds iets te vinden, Gezelle beschikt immers over een overvloed van allerlei materiaal. Een tweede voorbeeld uit de Duikalmanak van 1889 kan dit bewijzen: ‘25 Oest. - S. Hlodwig - S. Ludovici R. Fr. C. -11e Zondag na Cinxen. Deus in loco. - Hlodwig, (gelatijnd Clodovoeus, Ludovicus, fr. Clovis) is een heilige van dietschen name en stam, behoorende tot het volk van de Franken, die in Vrankrijk, met zuidersche oorijen verbasterd, nu nog bestaan, onder den name France, Français, enz. VI. namen: Lodewijk, Lodden. | |
[pagina 235]
| |
Veel komt jaar op jaar terug, de kalender is nu eenmaal een eeuwig herhalen. Maar de verzameling spreuken verschilt telkenjare en maakt de Duikalmanak tot een gedurige bron van genoegen.
't Was in 1886, dat de eerste Duikalmanak verscheen... Een brok geschiedenis van die uitgave kan men heden terugvinden in een schrift, dat op het Gezelle Museum berust in de tooglade van de Duikalmanakken. Dwars over het portret van Guido Gezelle, dat de kaft van dit schoolschrift ‘De Vlaamsche student’ versiert, loopt een band met een titel in handschrift: ‘een gedacht van de ruize en't werk van Duikalmanak’. E.H. Allossery heeft er indertijd bijgeschreven: ‘Nota van Cord. Van de Wiele’. Dit schrift werd volledig door Gezelle's trouwe secretaresse te Kortrijk samengesteld. Daarin zijn niet alleen enige van Gezelle's steekkaartjes bewaard, maar ook delen van de persklare kaartjes door Juffrouw Van de Wiele overgeschreven, drukproeven van de latere schildkalender, reclamekaartjes van de uitgever en een hele reeks briefkaarten van de Brugse drukkerij Desclée-De Brouwer over het toezenden van drukproeven. Die enige verzameling van snipperlingen, die gewoonlijk de scheurmand verrijken, bewijst dat Cordelia Van de Wiele een groot aandeel heeft gehad in de moeizame stoffelijke voorbereiding van de Duikalmanak. Zij stelt het voorontwerp op, schrijft het 400-tal steekkaartjes, rangschikt ze en maakt aldus de almanak persklaar. Wat al last en miserie dit werk van 1886 af kost, wordt klaar geuit door het woord ‘ruize’ in de titel van het schrift. Doch dank zij haar gegevens, kan men nu het ontstaan, de werkwijze en de druk van de Duikalmanak gedurende meerdere jaren volgen.
Heel tijdig begon men in 1885 aan de Duikalmanak voor het volgende jaar. De uitgever was L. Beyaert | |
[pagina 236]
| |
StorieGa naar voetnoot(1) te Brugge, maar er werd gedrukt door de ‘Société de St. Augustin, Desclée, De Brouwer et Cie. Imprimerie polyglotte et classique’ te Brugge. De brief wisseling van die firma werd gevoerd in het Frans. Op 13 Juli 1885 wordt het ‘drukveerdig’ met onge duld verwacht en men dreigt zelfs het werk opzij te schuiven zo dit niet dadelijk gebeurt. Zo luidt de tamelijk scherpe tekst van het drukkerskaartje. Doch wat Gezelle later in 1887 in zijn Nieuwjaarbrief aan de Flou schrijft, is niet minder scherp: ‘Voor Duik(almanak) 1886, die my met veel beloften afgedwongen wierd door B... en ‘S. A’ en heb ik geen rosten duit ge kregen, in tegendeel arbeid, onkost van boeken, etc. toegeleid.’Ga naar voetnoot(2) En dit is wel weinig troostvol na de zorgvuldige voorbereiding door de eerste uitgave van een heel oorspronkelijke almanak gevergd! Toch dient de Brugse uitgever geprezen om de stoffelijke afwerking van de eerste Duikalmanak. Samen met de plukalmanak wordt ook een schild (kartonblad) uitgegeven op hetwelk smaakvolle versiering is aangebracht o.a. met wapenschilden van de vier Vlaanderen en de krijgsleuze ‘Vianderen den Leeuw’. En de almanak zelf wordt ook als ‘boek’ te koop geboden, om er in te lezen, zoals in de andere boekalmanakkenGa naar voetnoot(3). | |
[pagina 237]
| |
In 1887 is de Duikalmanak niet verschenen.Ga naar voetnoot(1) Na de lotgevallen van de eerste uitgave, moet er een ze kere spanning zijn ontstaan tussen Gezelle en zijn uitgever. Dit vermeldt hij in dezelfde brief aan de Flou: ‘Duik(almanak) 1887 bestaat in H(and)s(chrift) werd aangekondigd buiten en zonder my door B...; dan buiten en zonder my door zelfsten B... weer boden en weer zeid... Misschien herbeginne ik in 1888!’Ga naar voetnoot(2) Zo zet Gezelle zich in 1887 opnieuw aan het werk. Bij het samenstellen van de kalender ondervindt hij enkele moeilijkheden met verplaatste en plaatselijke feestdagen, daarom schrijft hij naar F. De Haene- Wante te Brugge, de uitgever van de Almanak van het Bisdom, die hem het gevraagde bezorgt.Ga naar voetnoot(3) Na het avontuur van 1886-87 verandert Gezelle van uitgever. Van 1888 af wordt de uitgave van de Duikalmanak verzekerd door de firma S. Leliaert, A. Siffer en An, op de Hoogpoort te Gent,Ga naar voetnoot(4) maar de drukker blijft dezelfde. Van nu af lopen uitgave en druk vlot van stapel. Bij het drukken en verwerken van de drukproeven is de briefwisseling heel wat gezapiger. In 1888 wordt Gezelle in de bloempjes gezet: ‘Si vous voulez bien mettre à la correction des épreuves le même empressement que l'an dernier, nous pourrons achever le travail sans interruption’ Drie weken later is de almanak klaar en Gezelle wordt bedankt voor zijn stiptheid en regelmatigheid tijdens het proeflezen.Ga naar voetnoot(5) Snel, goed gedrukt en tijdig, tw. in September, op de markt, dit verzekert ten dale de bijval van een almanak!Ga naar voetnoot(6) | |
[pagina 238]
| |
In volgende jaren schijnt de verkoop in zulke mate verzekerd, dat de drukker zelfs later op 't jaar de almanak afwerkt. Van 1889 tot 1893 begint men pas in September het proeflezen, in 1894 is het al in October, en van 1895 tot 1898 gebeurt het slechts in November. Naderhand bezorgt ook de Gentse uitgever de variante en het plakschild, zoals bij de eerste Brugse uitgave. Het eigenlijke plukblaadje blijft steeds onveranderd. In 1889 meldt de uitgever, dat op het verzoek van enkele inschrijvers, de Duikalmanak niet alleen zal verschijnen als gewone plukkalender, maar ‘ook ingenaaid gelijk 'nen boek.’ Slechts wie het aanvraagt, krijgt hem aldus toegezonden. De omslag van die boekjes is een veelkleurig plaatje, nu eens een zichtje of een landschap, dan weer een mooie papegaai. In 1893 komt nog een laatste verbetering. Nu wordt een rijkversierd en groot schild bijgevoegd, op hetwelk een beknopte kalender is afgedrukt. Daar kan dan de plukalmanak opgeplakt worden. Ondanks de hogere kosten, stijgt de verkoopprijs niet, wat laat veronderstellen dat de Duikalmanak algemeen burgerrecht in Vlaanderen heeft verworven.Ga naar voetnoot(1) Zo verscheen in Vlaanderen de Duikalmanak van Guido Gezelle van 1886, 1888 tot 1899. Na Gezelle's dood, en voor het eerst in 1903, heeft zijn neef Caesar Gezelle, ‘De Nieuwe Vlaamsche Duikalmanak’ met oorspronkelijke gegevens van G. Gezelle in gereedheid gebracht. De Nederlandsche Boekhandel (Gent-Antwerpen) is er de uitgever van. In dat jaar wordt ook een nieuw schild in kleurendruk, naar een oorspronkelijke tekening met zichten van Brugge en Kortrijk, de steden waar G. Gezelle geboren is, geleefd heeft en gestorven is.Ga naar voetnoot(2) | |
[pagina 239]
| |
Caesar Gezelle heeft de Duikalmanak van 1886 gangbaar en dienstig gemaakt voor 1903. De herdruk geschiedt heel nauwkeurig, doch volgens J. CraeynestGa naar voetnoot(1) zouden de maandnamen, die bij voorkeur door G. Gezelle onderaan op ieder plukblaadje worden herhaald, moeten herzien worden door de heruitgever en in overeenstemming gebracht met de maandnamen, die na 1892 door Loquela, Biekorf en Duikalmanak, als de bruikbaarste worden aangenomen. Caesar Gezelle aanvaardde die opmerking en heeft de volgende jaargangen ook in dit onderdeel aangepast. De heruitgaven van 1904, '05, '06 en '07 komen overeen met de Duikalmanakken van 1888, '89, '90 en '91. Mogelijks verbreekt de uitgever hierna zijn verbintenis en er mag vermoed worden, dat de verkoop geleidelijk achteruitliep. In ieder geval neemt de uitgever Jules Vermaut van Kortrijk de jaargang 1908 voor zijn rekening en kondigt van eerstaf merkelijke prijsverlaging aan naar gelang het aantal bestelde exemplaren. Dit is bij de voorgaande uitgevers nimmer geschied. Wel werd er propaganda gevoerd in ‘Jong Dietschland’ en ‘Dietsche Warande en Belfort’ en schonk dit laatste tijdschrift de Duikalmanak als premie aan zijn lezers tegen de verminderde prijs van 0,80 frank. Winstgevend is de uitgave niet meer, want voor het volgende jaar is het door een noodoplossing, dat de Duikalmanak nog gedrukt wordt. In 1909 wordt hij door V. Delille van Maldegem als Nr7l in de Duimpjesuitgaven opgenomen en in 1910 als Nr 79.Ga naar voetnoot(2) Maar het is dezelfde Duikalmanak niet van weleer. Nu wordt een boekje uitgegeven, en men moet de blaadjes omdraaien omdat ze langs beide zijden zijn bedrukt. Een laatste poging van heruitgave waagt de uitgeverij J. Lannoo te Tieltin 1946 en 1947Ga naar voetnoot(3). Zeer verzorgd komt | |
[pagina 240]
| |
de almanak van de pers, doch zoals in de Duimpjesuitgave is ook ieder blad langs beide zijden bedrukt. Van een Duikalmanak is het een keeralmanak geworden. Vergetelheid na een lange tussenpoos en twee Wereldoorlogen, hedendaagse kosteloze almanakovervloed en algemene onverschilligheid bleken te zware hindernissen voor de gemoderniseerde succesalmanak van Guido Gezelle. Reeds na Gezelle's afsterven, en ondanks de poging van Caesar Gezelle om het werk van zijn oom voort te zetten, kwam de Duikalmanak in verval. De sierlijke en afzonderlijke rood-zwarte plukblaadjes, eertijds door Desclee verzorgd, worden door de laatste uitgevers effen zwart gelaten en zelfs langs beide zijden bedrukt. De laatste nadrukken zijn effenaf slordig, ze missen het prettige uitzicht van de oorspronkelijke reeks, en door het groter formaat en de boekjesvorm wordt de nieuwe Duikalmanak slechts een van de vele Vlaamse volksalmanakken. Men teerde opeengrote naam, maar wat uitgegeven werd, was de naam Gezelle nietmeer waardig. Thans is de Duikalmanak niet alleen een gezochte herinnering aan G. Gezelle maar ook een voortreffelijk memento van de volkskundige. Er steekt veel meer wetenschap in dan men op het eerste zicht vermoeden zou en door het eenvoudig vermelden van een volkskundig feit voelt men zich tot de studie ervan aangespoord. In de Duikalmanak ligt de basis van de Vlaamse volkskundige kalender. En door alwie de volksspreuken heeft behandeld, werd Gezelle's Duikalmanak eenvoudig in de loop der tijden leeggeplunderdGa naar voetnoot(1). H. Stalpaert |
|