- Staat te bezien, antwoordde Marie, ge zijt wel ne struische vent, maar heb je gij geld?
- O! Wat dat betreft, zei Pier die maar een kortweunderszeune was, nu kan ik er u geen toogen, maar mijn vader is schatrijke en hij en kent noch het begin noch het einde van zijn rijkdom.
Marie's zwarte oogen schitterden.
- Pier, sprak ze, 't is goed. Ik geef u mijn herte en mijn hand.
Waarop ze trouwden ginder in die verre streke.
En als nu den oorloge gedaan was, kwam onze soldaat met schoone Marie aan z'n hand naar Vlaanderen. De sloore deed onderweg niets dan krijschen en betalen, altijd maar betalen, zoodat heur geld leelijk begon te minderen. Maar zij had het woord van een held, en dat was vele...
Als Pier nu met zijn vreemde senora op den top van den Ruidenberg gekomen was, niet verre meer van zijn huis, stond hij daar stille en alles werd plechtig lijk in een hoogmesse.
- We zijnder, zei Pier en hij vaagde zijn zweet af.
- Mijn lieve Pieter, zei Marie met een herte bevend van alteratie, dat is hier een prachtige streke. Schoonder pays is er in geheel de wereld nievers te zien. Spanje met zijn bergen en stroomen 'n zeggen mij niets meer. Haast u, lieve Pieter, waar ligt hier nu de groote eigendom uws vaders waarvan gij mij gesproken hebt?
- Seffens, seffens, Marie, suste hij, niet te zeere. Eerst goed luisteren en doen wat ik zeg.
- Ik luister, zei ze.
- Doe uw oogen toe, mijn kind: fermez les yeux! commandeerde hij.
Marie verstond soldatentaal, bekeek haren Pier van zijn hoofd tot zijn voeten en, nadat ze haar kijkers wijd open had gezet in de blakerende zunne, stond ze daar op het hoogste van den Ruidenberg en look haar oogen gedwee toe.
- Ewel, zei Pier, 't is nu al 't mijne da'j ziet...
In de verte meende Marie eerst de klokken van