harde baksteenen; aan de twee uiteinden was het metselwerk beschermd door een houten staketsel of golfbreker.
Te Oostende was er een stenen dijk van 1000 m. lengte, die twee meter boven het hoogste waterpeil uitstak en waarvan het bovenvlak zes meter breed was. Deze dijk was beschermd door vijf golfbrekers uit hout (en charpente) van 120 m. lengte.
Tussen Wenduine en Blankenberge werden de duinen geweldig uitgevreten door de zee. Er lagen 48 golf-brekers vanaf Wenduine tot aan het Hazegras, waarvan er slechts één enkele uit steen was; al de andere waren uit hout. Tussen het Hazegras en Blankenberge lagen er 22, en tussen deze laatste stad en Wenduine zes en twintig. Daarvan liepen er 15 van de duinen tot aan de grens van het laag water; de elf andere strekten zich een 40 m. vóór de duinen uit. Tussen Wenduine en Blankenberge lag er een aarden dijk van 4.000 m. lengte, die met gras begroeid was.
Al deze zeeweringen waren in slechten staat. Sedert de Franse bezitname (1795) had men slechts in het jaar X (Sept. 1802-Sept. 1803) de nodige geldmiddelen bekomen voor de nodigste herstellingen. Veel golfbrekers waren volledig vernield. Deze zeeweringen waren vroeger gebouwd en onderhouden door de Wateringen, met toelagen van de provincie Vlaanderen.