Biekorf. Jaargang 49
(1948)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 76]
| |
Het Stevenisme te Gits rond 1850
| |
[pagina *3]
| |
Barbara van Canneyt
Gits 1799-1882 (Foto C.D. van een portret in privaatbezit) | |
[pagina 77]
| |
toekwam, doch Mgr. de Neckere was alstoen te Cortona. In zijn antwoord zegt hij dat hij Callewaert den dag na zijn aankomst in de Eeuwige Stad gezien heeft, doch dat hij weinig belang hechtte aan dien man, die voorgaf slechts uit nieuwsgierigheid naar Rome gekomen te zijn. Hij deed hem logeren bij een vrome, bejaarde jongedochter uit de omgeving van Gent, die Vlaams sprak. Had hij echter moeten weten wien hij voorhanden had, hij zou zich beter met Callewaert hebben beziggehouden. Hij twijfelt verder sterk aan de bekering van Callewaert (wellicht hoopte pastoor De Vos dat Callewaert's verblijf te Rome hem tot de Kerk zou hebben teruggebracht), omdat het stuk van Plus IX met de twee handtekeningen hem nog niet kon bekeren. Voor 't overige hoopt Mgr. de Neckere over een vijf of zes dagen naar Roma terug te keren, en alles te doen wat hij kan in de zaak van dien man. - Dezen brief van Mgr. de Neckere delen we hier in zijn geheel mee. Belgique - Monsieur De Vos, curé à Gits, près Roulers, fl. occid. Cortone, le 18 Septembre 1857. Monsieur le Curé, On me transmet de Rome, la lettre que vous avez bien voulu m'écrire à la date du 1 Septembre et qui est arrivée à sa destination le 10 du même mois. Je regrette vivement que vous n'avez pas jugé convenable, de me prévenir aussitôt que le nommé Callewaert partit de Gits, car il est arrivé à Rome, le 30 du mois d'Août. Le lendemain de son arrivée je l'ai vu parce que ces gens de l'hôtel où il était allé loger me l'ont conduit pour voir, si je le comprendrais; ne sachant rien du tout sur le compte de eet homm:, je n'ai pas beaucoup insisté pour connaître le but de son voyage qu'il me dit être de curiosité: je lui ai fait trouver un logement dans une maison où loge une vieille demoiselle des environs de Gand, très pieuse et qui parle flamand, et je suis parti de Rome. Si j'avais pu soupçonner de quoi il s'agissait, ou je ne serais pas parti avant d'avoir cherché à le mettre sur la voie, ou je l'eusse adressé à des personnes, qui pussent s'en occuper. Au reste si la réponse si formelle, si extraordinaire mêm, dans sa forme, puisqu'elle fut signée deux fois par S.S., | |
[pagina 78]
| |
donnée aux Van Canneyt (hij bedoelt nl. den brief van Pius IX aan de Stevenisten, dien we terugvinden bij Kenis, bl. 127-13) n'a pas suffi pour vaincre l'obstination de eet homme-là, je ne sais s'il faut beaucoup espérer de nouvelles démarches. Au reste, dans cinq ou six jours, je serai de retour à Rome, et je chercherai à voir l'individu, et ce qui pourra se faire sera fait. J'aurai soin de vous tenir au courant de ce qui arrivera. Agréez, Monsieur le Curé, l'assurance de ma parfaite considération. F. De Neckere pbr. Dan moet Callewaert naar Gits teruggekeerd zijn en zijn leugens hebben uitgestrooid. Pastoor De Vos schreef Mgr. de Neckere opnieuw om inlichtingen over Callewaert, waarop de Prelaat antwoordde dat Callewaert niet door den Paus werd aangesproken, omdat er niemand bij was, die Vlaams verstond; dat Callewaert zich verder overal te Rome had uitgegeven als ijverig Katholiek; dat Theresia van Canneyt te Rome bekend was aan de personen met wien Callewaert gesproken had en ook aan Paus IX; en hij besluit dat ‘den genaemden Callewaert eenen schaemloosen bedrieger is.’Ga naar voetnoot(1) Rik van Onlede |
|