Biekorf. Jaargang 48
(1947)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 143]
| |
Muriel is reeds in de 11e eeuw bekend in Bretanje en Normandië o.m. te Bayeux. De naam schijnt elders op het vasteland niet verspreid te zijn geweest; dit steunt de veronderstelling van een keltischen oorsprong. De Normandiërs hebben den naam naar Engeland overgebracht, waar de vormen Muriel, Meriel en Miriel in de 12e en 13e eeuw veelvuldig voorkomen. Naderhand heeft de naam aldaar zijn populariteit verloren; toch duikt hij tot in de 19e eeuw nog als een zeldzaamheid op in de spellingen Muriel, Meriel en ook Maryell. In de laatste tachtig jaar is Muriel in Engeland opnieuw in den smaak gevallen; de andere vormen zijn achtergebleven. Zou de Brugsche Muriel soms geen ‘preutsche’ spelling zijn voor de wat ‘gemeen’ geworden Mireille? A.V. | |
Uit den ouden Brugschen almanak.In den ‘Nieuwen Brughschen Contoir Almanach’ voor het jaar 1742, gedrukt te Brugge bij Jacobus en Franciscus Beernaerts, vinden we, in de pronosticatie van den bekenden Lucas van Brugge, voor enkele maanden volgende prettige rijmpjes. In Februari gaat het over de vastenavondzotten: ‘Siet de vasten avondt sotten
Nu van alle kanten spotten,
Dogh die met een ander spot,
Die is noch den meesten sot:
En die tot den sot gaet loopen
Om wat sottigheyt te koopen,
Oft de sotten gaet besien,
Die is van de sotste liên.’
In Juni moet de Brugsche Dijver het ontgelden: ‘De jonckheyt gaet met sulck een iever
Des avonts naer den Brughschen Diever;
Maer wat geschiet daer al voor spoock?
Sy swygen 't en ick swyge 't oock.
Men kan van hun bedryf niet weten,
Niet meer als dat van de Planeten:
Dogh alle beyde komt het uyt.
't Zy met vuyl weer of vuyle bruyt.’
In September hooren we nieuws over St. Kruiskermis: ‘Scheeve Neel met kromme Maerten
Gaen naer Sinte Cruys om taerten.
Men vindt daer oock wyn en bier,
Alles is er naer den swier.
Ja gansch Brugg is op den dril,
Want de vreugt is na hun wil,’
H.S. | |
[pagina 144]
| |
Van luchtbombardementen.Van iemand van Oostkamp die niet 'n wilde in den kelder vluchten tijdens het bombardement van Sinxen 1944, te Sint Michiels-bij-Brugge: ‘'k Ga mijn riesche pakken gelijk 'n puid op 'n bieze!’ En toen hij, na het bombardement, in den kelder was gaan kijken en weerkwam, zei hij voldaan: ‘'k Zitte liever in mijn keuken, ze liggen daar in den kelder allemaal dooreengeklutst.’
Nog uit de beschrijving van een luchtbombardement in 't jaar 1944, waar het angstgevoel van een schuilenden volksjongen niet al te kwalijk beschreven wordt: ‘We zaten te gare in onzen kelder schoone en schamel een onze vaderke te lezen. Al met eens een slag gelijk een fellen donder. Wij pijloorden nogal een brokke. 'k Zei in mijn eigen: dat is hier alleszins kap of mantel.’ Knokke. G.P.B. | |
Zantekoorn.Schreeuwersmesse. - Als op een begrafenis het gezang in een rapte gaat. ‘Hij is met een schreeuwersmesse begraven.’ Brugge.
Tafel is berd. - Eens dat de kaart op tafel gespeeld is, mag men die niet meer terugnemen. Wil iemand dit toch doen, dan hoort men: ‘Zoo niet! tafel is berd.’ Jabbeke.
Springgracht. - Kleine gracht in land of weide die naar de trekgracht loopt. Varsenare.
Bankiers. - Zoo heeten de trouwe bezetters van de rustbanken op den Burg. ‘Koffietijd is met ruzie voorbij en de bankiers komen het al af.’ Brugge.
Niet verloren. - ‘'k Zoek er achter en 'k en vinde het niet. Maar 't zal wel uitkomen, als het goed gezaaid is.’ Houtave.
Bekaf verkoopen. - Uitspr. bek-af. Als de boer zijn vlas verkoopt op stam met alle verdere onkosten aan den kooper, is dit vlas ‘bekaf verkocht.’ Rumbeke. A.V.W. |
|