Biekorf. Jaargang 48
(1947)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 93]
| |
J. Cauberghe. Nederlandsche Taalschat. I. Spreuken en Spreekwoorden. II. Spreekwijzen, Uitdrukkingen, Gezegden. III. Synoniemen. IV. Citateli en Gevleugelde Woorden. Turnhout, N.V. Brepols, 1947. In-12, 294-314-416-306 blz. = Fr. 350 per stel (Vier deelen ingebonden; in cassette).Met dit werk bekroont J.C. een bedrijvigheid van een kwarteeuw op het gebied van onze moedertaal. Het werk van een schatgraver die met geduld en methode, met helder inzicht en echt taalgevoel den verzamelden overvloed heeft geschikt en bondig toegelicht. Bij elk nummer wordt, als het pas geeft, verwezen naar overeenstemmende of gelijkaardige spreuken die in andere afdeelingen voorkomen. Aldus is deze encyclopedie van spreuken en spreekwijzen buitengewoon bruikbaar bij Studie en opstel. Zij is onmisbaar voor al wie les in de moedertaal te geven heeft - en de liefhebber van taal- en letterkunde zal dit handig stel boeken steeds willen bij de hand hebben. Alleen het ontbreken van een bibliographisch overzicht van de spreekwoordenliteratuur zal door menig lezer betreurd worden. Dl. I brengt ruim 3500 spreekwoorden: in beschaafden taalvorm geeft Schr. ook talrijke gezegden die hij uit onze Zuid-Nederlandsche idioticons en dialectologische studiën heeft verzameld. Daardoor zal veel ‘levend’ taalgoed in de schrijftafel aan het rollen gaan. Daarenboven geeft Schr. 600 zeispreuken. En hier blijkt hoe zeer dezo humoristische zegswijze - haar grond is ten slotte een tegenstelling tusschen een zeggen en een doen - tegenwoordig in volle leven en ontwikkeling is. In Dl. II zijn de spreekwijzen: beeldspraak en vergelijking in de zegging, samengebracht. Ook hier is de rijkdom echt verrassend. Dl. III brengt hoofdzakelijk de synoniemen (bl. 1-276). Schr. is zelf bewust dat dit deel het meest voor vollediging en verbetering vatbaar is: aldus is hier soms weinig of geen aandacht geschonken aan de verschillende gevoelswaarde van sommige woorden. Verder komen zeer bruikbare reeksen van Antoniemen, Homoniemen en Paroniemen. In het laatste Deel heeft Schr. een keur van citaten bijeengebracht van onze eigen schrijvers, alsook een treffelijk aantal Fran- | |
[pagina 94]
| |
sche, Duitsche, Engelsche en Latijnsche citaten en gevleugelde woorden. Dit uitstekend werk is een Brepols-uitgave, dit zegt: gave typographie, keurig papier en sierlijke inbinding. A.V.
| |
In 't Ronde van Brugge. In een verward samengestelde ‘Gids-Guide’ voor Brugge (Uitg. Claus, 1947) wijdt M. Van Coppenolle enkele verdienstelijke bladzijden aan de beschrijving der kasteelen van Sint-Andries (bl. 113-131), en aan een bondige plaatsbeschrijving van Sint-Michiels (bl. 133-141). - Dezelfde Schr. bezorgde een beschrijving van het Karel de Floupad, nl. den V.T.B. weg van Brugge (Ezelpoort) over Meetkerke naar Blankenberge (n. 9 van de V.T.B. Wandelgidsen; 68 blz. met plan; Antwerpen, 1946). Een uitstekend zakboekje voor den nieuwsgierigen wandelaar en een programmaboekje voor jonge verkenners.De korte bijdrage over ‘Brugsche Stadsbeelden in het Boekmerk’ (in Boek en Grafiek I, 81-86) is eerder een belijdenis van het gemis aan oorspronkelijkheid op dit gebied. Niemand verwacht dat de commercieele trant van A. Vlaanderen juist hier zichzelf zou kunnen vergeten. A. Setola en G. Schelpe daarentegen toonen, in hun voortreffelijke proeven, dat grafiek iets anders is dan ziellooze teekenmechaniek. B. |
|