‘De Meyboom’, een landelijke herberg-boerderij gelegen halfwege Nieupoort en Nieupoort-Bad. De hoveniers van de stad Nieupoort (die toen 35 ezelboertjes telde), de visschers van Groenendijk, Oostduinkerke en Koksijde, de hoveniers van Lombardsijde, trokken er met honderde ezels naartoe. Lombardsijde behaalde er den eersten prijs voor de ‘luisterrijkste intrede met 74 ezels’. Ook de eerste prijs voor den ‘schoonsten ezel’ en de prijs in den ‘monsterezelloop’ werden door Lombardsijdenaars weggekaapt. Dit staat altemaal vermeld in het plaatselijk weekblad van Nieupoort uit dien tijd, met allerhande pittige bijzonderheden beschreven.
Omstreeks 1900 werden te Nieupoort, op de kermisdagen van St. Jan, nog ezelkoersen gegeven, tusschen de eeuwenoude kastanjeboomen van de Westlaan. Daar hebben we ezels kunnen zien die door niets te bewegen waren, zelfs niet door 't gebruik van peper onder den steert en door 't draaien van den steert zelf!
Deze ezeltjes dienden ook nog voor andere doeleinden. De visschers die nogal veraf woonden, gingen met hun gezin in beevaart naar O.L. Vrouw van Lombardsijde, met de ezelkar. En om, gedurende de goddelijke diensten, al die beestjes koes en stil te houden, had men den kerkhofmuur vol groote haken en krammen geslagen, waaraan de bedevaarders hun langoortjes vastbonden.
Ezels hebben een taai leven. Om te sterven, moet een ezel zich verhangen! De ezels van de Westkust hebben de traditie in eere gehouden, het lang leven namelijk, want tot in 1914 trof men ze nog zoowat overal aan. Althans op de stranden van de badplaatsen in den Westhoek, waar ze ten slotte strandezels werden om de zomersche verlofgangers een ritje langs de zee, en deugd en pret aan kleine en groote kinders te bezorgen.
In een mijner aanteekeningen vind ik dat kanunnik Duclos ook de Lombardsijdsche ezels kende. In 1880