Het verhaal speelt in een vaag verleden dat ruikt naar onzen Spaanschen tijd.
De gunstig bekende illustrator Setola slaagt hier, als schrijver, het best in de bladzijden waar hij het landschap teekent. Hij kent de polders, hij kent de zee vanuit de polders gezien. Waar hij het leven op zee aanraakt, blijkt hij dit minder te hebben doorleefd.
Het verhaal zelf mist echte spanning, zoowel uiterlijk in den strijd voor de bedijking als innerlijk in de verhouding van Stan tot Veronica en Johanna. De sterke Stan is een gezond natuurmensch, zoo sterk en gezond, zoo voorzienig en onaanraakbaar, dat hij schijnt te wandelen op de grenzen van het sprookje. Zoo komt het dat de dramatisch opgezette momenten, nl. de aanslagen van den dijkgraaf en van Hendrik, even slap uitvallen als de karakters van de menschen die den ‘kraan’ omgeven.
Ook aan de zegging zou A.S. meer zorg moeten besteden; hij schommelt van holle rhetoriek naar vlakke babbelarij. Een vasten, eigen ‘stijl’ moet hij nog vinden.
A.V.
't Beertje, Volkskundige Almanak van West-Vlaanderen voor 't jaar 1947, is weer verschenen, bezorgd en uitgegeven door den Bond van Westvlaamsche Folkloristen. Overal verkrijgbaar = Fr. 5.
't Beertje is al tien jaar oud gegroeid en blijft getrouw aan de geloften van zijn doopsel: van niets anders dan van uit ons geweste te klappen. 't Gaat over de ambachtsfeesten dezen keer, en over patakons en mastklimmen, met vertelderkes over St. Michiels en Damme en de Koude feeste. Van vroegere tijden ja, maar ook van ‘moderne’ uitvindingen: lees maar van Centen de Groof en het Petattekontraktement! Aan alle liefhebbers aanbevolen.
B.