Café Flamenco.
Bekend is in Spanje, en vooral in Andalusië, het ‘Café flamenco’: d.i. in de steden, b.v. Sevilla, Malaga en ook Madrid, de naam van een soort café concert waar flamencos en flamencas met muziek, lied en dans optreden. Deze ‘artiesten’ zijn een soort gitanos, en dan nog eerder de ‘Marolliens’ onder dit loensche ras.
Flamenco d.i. ‘vlaamsch’... in Spaansche woordenboeken vond ik echter geen uitleg over den oorsprong van deze benaming. Is het misschien een dialectisch woord, dat met ‘vlaamsch’ niets te zien had en naderhand in ‘flamenco’ is overgegaan? Of hoe anders moet flamenco = vlaamsch, in het ‘Café flamenco’ = een zigeuner-café, uitgelegd worden?
E.N.