lens werden evenwel in 1944 opgeknapt en in bedrijf genomen.
Een Vlaming zal dit aanstonds met zijn eigen streek vergelijken: aan molens bouwen valt hier niet te denken. Doch merken we op dat Schr. zelf slechts 8 korenmolens kan opsommen en dan nog moet toegeven dat hun bedrijf, gezien de concurrentie, niet levendig is. Bij ons geldt diezelfde oorzaak. Voeg er dan nog bij dat wij uitsluitend korenmolens, en slechts 2 poldermolens hebben (Meetkerke en de Moeren). In Holland zijn er nu nog polders die door een tiental molens in één rij bemalen worden, en die kennen natuurlijk geen concurrentie. Vandaar onze snelle achteruitgang tegenover Holland.
In een volgend hoofdstuk wordt iets echt Hollandsch behandeld: de poldermolenaar woont 's winters in zijn molen, anders in een klein zomerhuisje. In Vlaanderen zijn zelfs de steenen molens onbewoond, tenzij te Meulebeke waar mulder Allaert tot voor een jaar onder zijn ‘Herentmolen’ woonde. Veel ruimte is er in zoo'n Hollandsche poldermolen niet: hoofdzakelijk één groote woonkamer, waar bedsteden door gordijnen zijn afgesloten. Naast het molenwerk is er toch nog een groote gang en een keldertje. Wanneer de mulder zijn zomerhuisje betrekt, blijven zijn meeste spullen in den molen. Op vele kleine hoeven vindt men hier iets in dien aard: 's zomers kookt en woont men in 't ovenkot.
Daarna wordt gehandeld over het vroegere bijgeloof. Tegen spoken en duivels worden kruisjes op de molens gewit, zooals we bij ons zien boven de deuren der verkenskoten tegen plaag en ziekten.
Tusschen Rijnland en West-Vlaanderen is verder geen verschil: dezelfde mulderstaal en dezelfde hekstanden, die hier nochtans door vervlakking niet meer worden gebruikt. Bij een sterfgeval in de buurt stonden de wieken vroeger in rouwstand (gaande wiek) zoolang het lijk over aarde lag. Nu is het een uitzondering dat een molen op een begrafenisdag of bij 't voorbijgaan van een uitvaart ‘een kruis zou maken’. Bij een geboorte b.v. zag men den vreugdestand (einde der komende wiek). In Holland is dit nog algemeen gebruikelijk: op 5 Mei 1945, toen het bericht van de overgave van de vesting Holland bekend was geworden, stonden tal van windmolens in de vreugd, al of niet met de vlag in top. Is het dan te verwonderen dat Holland van zijn molens houdt, wanneer ze zoo meeleven met het volk?
Aan de kleine speelmolentjes worden ook een hoofdstuk en