Biekorf. Jaargang 46
(1940-1945)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDen Hernmester te Ieper.In Nr 1 van het Westvl. Archief, bl. 24, worden er inlichtingen gevraagd aangaande den ‘Hernmester’ in de Sint-Maartenskerk te Ieper. Vrager zegt dat hij den latijnschen vorm ‘in erministerio’ ontmoet heeft in een stuk der 16e eeuw. Het testament vanGa naar voetnoot+ | |
[pagina 91]
| |
bisschop Pieter Simons in 1595 opgemaakt, vermeldt inderdaad de plaats ‘in herministerio’. Kan. De Schrevel zocht naar een uitleg, steunend op verdere vermeldingen in 1613, 1617 en 1738. (Annales de la Soc. d'Emulation, 1932, bl. 31-39). Volgens Kan. De Schrevel zou die plaats gelegen zijn bij de Leet, dus bij het groot portaal onder den toren. In 1584 werden er in dit portaal drie altaren opgericht... Geheel overtuigend is deze uitleg niet. Mijns dunkens moet het Herministerium gelegen geweest zijn buiten de kerk, en met deze verbonden door een poortje dat nu nog bestaat. Dit Herministerium zou wellicht de zaal zijn, gelegen aan de westelijke zijde van de Sint-Maartensabdij; deze zaal was met de kerk verbonden door het even vermelde poortje bij de doopvont. Toen ik nog een kind was, deelde men daar brood uit aan de armen, ter gelegenheid van uitvaarten en jaargetijden. Kan. De Schrevel spreekt van soortgelijke uitdeelingen gedaan in het Herministerium in 1617. Het klein grondplan dat ik hier bijvoeg, zal de ligging der plaatsen aanschouwelijk maken. Wat den naam betreft, zou Herministerium niet kunnen beteekenen: de plaats waar de kanunniken hun hermijn wegborgen? Het woord is aan de taalkundigen. M. Cocle. |
|