Biekorf. Jaargang 46
(1940-1945)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 55]
| |
duim en kleine vinger in de vuist knellen, een mes tusschen de tanden houden en niet verademen, de pols spalken en den asem ophouden, den snikker onverwachts een kaaksmete geven, een glas water traagzaam uitdrinken en de neusgaten stoppen, de ooren stoppen en kleine teugen water drinken, duim en wijsvinger samen brengen; zoo hard mogelijk den wijsvinger strekken van zoo zaan de snik begint.
Om de stoornis van dsn snik op iemand anders te doen overgaan bestaan bezwerings-rijmpjes: Snik, snik, snik.
Geef hem aan mij,
'k Heb' den 'm 'k ik. (Deinze).
Ne snik,
Ne snak,
Ne snauw,
Hie is veur ou! (Z.O. VI. - Teirlinck)
- Ik heb de snik.
- Je liegt er omme;
'k Heb' den 'm 'k ik. (Stacegem).
Om den snik te doen ophouden zegt men vijf zes keeren te reke, zonder verademen: Ik en de Snik
Gingen over de zee.
Ik keerde weêr
En de Snik bleef gunter. (Waregem).
Ik meê Snik ging over zee;
Ik kwam weer, en Snik niet meê. (De Bo).
Snik op,
Snik neêre,
Drink hem uit
Of hij keert weêre! (Kruishoutem).
Van een Bruggeling: ‘Snik, snik, snik,
spring over min rik
da' j' arms en beenen brik'’.
G.P. Baert. | |
De Visschepoort te Ieper.De Visschepoort in de Boterstraat is nu, sedert December, geheel hersteld, ook het beeldhouwwerk, dat door den Ieperschen kunstenaar Deraedt uitgevoerd werd. De poort met haren | |
[pagina 56]
| |
Neptunus op zijn zeewagen, een voortreffelijk beeldwerk van den Ieperschen meester Ramaut (1714), was in den oorlog 1914-18 geheel vernield geworden. Deze poort gaf toegang tot de Vischmarkt die in 't begin der jaren 1700 van de Boomgaardstraat naar deze plaats overgebracht werd, nadat men er het Iepertje overwelfd had. B. | |
Bijgeloof rond de galg.De Cellebroers of Alexianen te Brugge gingen de zieken ten huize bijstaan, de dooden in lijke stellen en begraven. Ze begraaf den ook de terechtgestelden en trokken een vergoeding van de stad voor de levering van ‘matten ende lynwaet daer mede dat se begrouven een ghejusticyert metten zweerde’. (Stadsrekening, 1486). 't Is geweten dat bijgeloovige menschen een bijzondere kracht toeschrijven aan voorwerpen die aan een gehalsrechte toebehoord hebben. 't Moet zijn dat er onder onze Cellebroers ook van die bijgeloovige gasten zaten, want den 12 Juni 1621 verbood hun bisschop Triest: ‘te snyden ofte nemen van de geexecuteerde doode lichamen eenich vet ofte smeer... ende sich te moeyen met cureeren ende medecynen te gheven’. Acta van de Brugsche bisschoppen. XII f. 64. M.E. | |
De jaren zeventig..- De jaren zeventig hangen aan je neuze....: zoo zeggen ze hier om iemand vriendelijk er op te wijzen dat er een druppel aan zijn neuze hangt. Zedelgem. M.L. | |
Karnoel-Karoen. - Een vraag.Met de aanhoudende koude komen vele Wilde Zwanen uit het Noorden en trekken naar het Zuiden. In Veurne-Ambacht wordt de Wilde Zwaan (Cygnus Musicus Bechst) Karnoel genaamd. Deken De Bo in zijn West-Vlaamsen Idioticon, gelooft dat Karnoel of Karoen voortkomt van het Fransch Courlis, in 't Vlaamsen Regenwulp, in 't Veurnsche Spuurluut. Mijns erachtens houdt zulke meening geen stand. Komen Karoen en Karnoel niet eerder voort van Caronkel, Caroncle, Caroncule in 't Fransch, omdat de zwanen op hunnen bek, boven de neusgaten, een soort vleeschaanwas dragen, in 't Fransch caroncule genaamd? Wie kan er mij daarover inlichten? P. de G. |
|