pitaal en de Begijnhofkerk te Brugge, de kerken van Deerlijk, Dentergem, Diksmuide, Dranouter, Eesen, Eggewaartskapelle, Elverdinge, Ettelgem, Geluwe, Gijverinkhove, Harelbeke, Haringe, Heestert, Helkijn, Herseeuw, Heule, Hollebeke, Houtern (Komen), Hulste, Ichtegem, Ingooigem, Izegem, Izenberge, Jabbeke, Kaster, Kooigem, Koolskamp, Kortrijk, Lampernisse, Lendelede, Leisele, Lichtervelde, Luigne, Marke, Moen, Neerwaasten, Oeren, Ooigem, Oostkamp, Oostvleteren, Passchendale, Pittem, Pollinkhove, Proven, Rekkem, Reningelst, Rollegem, Rumbeke, St. Andries, St. Baafs-Vijve, St. Denijs, de Ste. Katelijnekapel te Kuurne, de kerken van St. Rijkers, Snaaskerke, Snellegem, Steenkerke, Torhout, Varsenare, Vichte, Vinkem, Vladsloo, Waarmaarde, Wakken, Watou, Wenduine, Werken, Westouter, Westroozebeke, Westvleteren, Wevelgem, Woesten, Woumen, Wulveringem, Zarren, Zedelgem, Zillebeke, Zuienkerke en Zwevegem.
Hier worden al de foutieve gegevens, die over deze kerken in omloop zijn, rechtgezet; van verscheidene dezer kerken werd er vroeger ten onrechte beweerd, dat zij Romaansche overblijfselen bevatten.
Het derde zeer belangwekkende deel, geeft een samenvatting van de Romaansche bouwkunst in West-Vlaanderen; daarin worden opvolgentlijk behandeld: 10 het materiaal en het metselverband, 20 de plattegrond, 30 de opstand, 40 de torens, 50 de vensters en deuren, 60 de zuilen en de pijlers, en 70 de versiering.
De Schrijver geeft als slot twee bijlagen, over de aankleeding onzer Romaansche kerken (meubilair en kleinkunst) en een overzicht van het Neo-Romaansch.
Dit werk komt op tijd, nu dat de studie van het milieu overal beoefend wordt. Het is een onmisbare gids voor alwie belang stelt in onze Romaansche kerken en de eerste periode van onze plaatselijke bouwkunst. Niet alleen de liefhebbers, ook de vakkundigen kunnen er veel uit leeren.
Jos. De Smet.