graad van doctor in de kunstgeschiedenis en de oudheidkunde behaald heeft.
In zijn woord vooraf zegt de schrijver, dat geen enkele Romaansche kerk in West-Vlaancleren gaaf gebleven is. Vele hebben zulkdanige verbouwingen ondergaan, dat er slechts weinig Romaansche overblijfselen te vinden zijn. Andere Romaansche kerken zijn gesloopt, maar konden toch, dank aan historische bronnen, gereconstitueerd worden.
Overal deed de schrijver opmetingen en ook wel eens grondpeilingen; daardoorkon hijvoor demeeste kerken een plattegrond teekenen,waaropde onderscheideue verbouwingen aangeduid zijn.
De volgende kerken worden in het werk behandeld: Anzegem; Avelgem; Bossuit; Bovekerke: Brugge: St. Donaas, St. Bazelis, St. Salvator en de St. Pieterskapel; Deerlijk; Dranouter; Dudzele; Eesen: Ettelgem; Geluwe; Harelbeke; Haringe; Hulste; Ichtegem; Ieper: St. Pieter; Izenberge; Raster; Koolskamp; Meesen; Moen; Neerwaasten; Oostkamp; Passchendale; Pittem: Rekkem; Reningelst; Rumbeke; St. Baafs-Vijve; St. Denijs; St. Rijkers; Snellegem; Steenkerke; Torhout; Veurne; Vichte; Vladsloo; Waarmaarde; Wakken; Watou; Werken; Westouter; Wulveringem; Zarreii; Zuienkerke en Zwevegem.
In het tweede deel van zijn werk behandelt de schrijver de kenmerken van de Romaansche kerkelijke bouwkunst in West-Vlaanderen, en in zijn derde deel, de verwantschap van deze bouwkunst met die der omliggende gewesten.
Een chronologisch overzicht van de Romaansche kerkelijke bouwkunst in West-Vlaanderen besluit het werk.
West-Vlaanderen bezit weinig vooraanstaande Romaansche kerken. Onze provincie behoorde vroeger tot de bisdommen Doornik en Terwaan, die schijnen sommige eigen architectonische vormen te hebben. De grenslijn van beide bisdommen, scheidt b.v. de Vierkante van de achtkantige torens.
Als bijvoegsel krijgen we een uitgebreid overzicht van de geraadpleegde werken, waar de belangstellenden nog verdere bijzonderheden kunnen vinden.
Dit prachtig werk, dat negen en veertig kerken behandelt en 229 illustraties telt, mag niet ontbreken in de bibliotheek van elken Westvlaming, die belang stelt in de karkelijke bouwkunst van zijn provincie.
Al de kerkfabrieken van de hier behandelde gebouwen, zouden dit werk moeten aankoopen en zorgvuldig bewaren in hun kerkarchief, om het bij de hand te hebben bij toekomstige herstellingen; daardoor zouden veel heiligschennissen tegen de architectuur vermeden worden.
Jos. De Smet.