Biekorf. Jaargang 46
(1940-1945)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 31]
| |||||||||||||
geltend 'n was, zoo werd het nog allichte ‘Spaansch’ gedoopt. Talrijk zijn de woorden die nog in gebruik zijn bij 't volk, en weinige daarvan bedieden iets goeds: Spaansche heer,
Maar nievers 'n voud ik het woord geboekt staan dat ik voor 't eerst van een ouden Stacegemschen vogelvanger hoorde, natnelijk de ‘Spaansche viere’. De Spaansche viere is een spel van drie stokken die onder een zware gersfakke gesteld worden en die een viere vormen: een stok, in zijn lood, van den grond naar het hoogste deel van de hellende gersfakke; een stok waterpas liggende in een goeze, in 't midden van den staanden stok, en een kort stokje - noesch gesteld en scherp - dat den top van den loodrechten stok bij de gersfakke met het uiteinde van den waterpas-stok loos verbindt; op het tegenovergestelde uiteinde is wat aas gestoken. Geheel het kraam - de goedkoopste ratteval die bestaat valt omverre bij 't peuteren aan 't aas, en de prooie zit gevangen en meestal dood. Het woordje leeft. 't Moest sneeuwen en de vogels moesten jagen naar ate. om de ‘Spaansche viere ‘t'hooran en te zien te krijgen, op Onnoozele Kinderendag van 't ander jaar. G.P. Baert. | |||||||||||||
Rijmgebedeke.In Biekorf 1937, blz. 168, lees ik het volgend rijmgebedeke: Heilige Barbara, groote Maagd,
Die de schoone kroone draagt
Van Maagd en Martelaresse,
Maak dat ik niet zonder biechi of berouw
Van deze wereld scheiden zou.
Mijne Moeder zaliger, die het van hare Moeder geleerd had legde het als volgt op mijne lippen: Sinte Barbara, zuivere Maagd,
Die de schoone krone draagt,
| |||||||||||||
[pagina 32]
| |||||||||||||
Onbevlekte, schoone Vrouw,
Maak dat ik niet sterven zou
Zonder biechten of berouw!
Sinte Barbara
Voorsprekesse, Martelaresse, Middelaresse,
Wil mij bijstaan, in den nood,
Als d'ure komt van mijne dood!
Het dagelijksch bidden van dit gebed moet sparen van de ‘subiete dood’, werd mij geleerd. A. A. Maertens. | |||||||||||||
Kinderrijmke.'k Ga naar Gent
om een nieuwen end.
'k Ga naar Brugge
om een nieuwe rugge.
'k Ga naar Luik
om een nieuwen buik.
'k Ga naar Moeskroen
om een paar nieuwe schoen.
'k Ga naar Brussel
om een nieuwen bussel.
Deerlijk. L. Defraeye. |
|