Biekorf. Jaargang 46
(1940-1945)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Vlaamsche walvischvangst in de middeleeuwen.Onze Vlaamsche visschers maakten in de IXe, Xe, XIe en XIIe eeuw tijdens hun vangstreizen ook jacht op de walvischGa naar voetnoot(1). Volgens Guillaume le Breton, een Fransch kronijkschrijver, kwam dit dier in de XIIIe eeuw in het Kanaal nog veelvuldig voorGa naar voetnoot(2). Zeifs in de XVe eeuw leefde de walvisch nog op onze kusten. Dat er in Mei 1403 acht zulke beesten op het Strand te Oostende door den vloed werden neergeworpen, kan dus geen verwondering barenGa naar voetnoot(3). De vroegste | |
[pagina 21]
| |
vermelding van een walvischvangst in de nabijheid der Vlaamsche kust klimt op tot 875Ga naar voetnoot(1). De kloosterverhalen en heiligenlevens der middeleeuwen verschaffen somtijds eigenaardige bijzonderheden over de vangstreizen. Zoo zou omstreeks 1123 volgende mirakuleuze walvischvangst plaats gegrepen hebben: ‘Vlaamsche visschers hadden met behulp van pijl en speer een grooten walvisch gewond. Denkende het dier in hun macht te hebben, omsingelden ze het met hun scheepjes. Nochtans was het beest heelemaal niet uitgeput. Integendeel, gekwetst zijnde, werd het woedend. Nu eens spoot net hooge waterstralen in de lucht, dan weder dook het onder water om oogenblikkelijk opnieuw aan de oppervlakte te verschijnen en de tuigage der vaartuigen stuk te slaan met zijn staart. Te midden van het gevaar stelde een der visschers voor, de hulp van Sint Arnoldus in te roepen en hem een stuk walvischvleesch te beloven, indien hun onderneming gelukte. Dit voorstel werd goedgekeurd, en zie, nauwelijks hadden de zeelieden hun belofte afgelegd, of 't achtervolgde dier bedaarde en liet zich gewillig gevangen nemen. Het beest kon zonder verdere moeilijkheden worden gebonden en aan wal gebracht’Ga naar voetnoot(2). Het schenken van walvischvleasch aan de kerk was een algemeen gebruik. In het graafschap Boulogne waren de visschers verplicht telkenmale ze een walvisch | |
[pagina 22]
| |
vingen en in stukken sneden, een portie vleesch als belasting of tiend aan de abdij Sint Wulmer af te staan. Dit stuk moest genomen worden uit den staart vanaf de spleet der staartvin en een voet en half groot zijnGa naar voetnoot(1). Het spek, de olie en het gezouten vleesch van den walvisch werden in de middeleeuwen overal verhand eld. De oudste toltarieven, waaronder deze van de abdij Sint Vaast van Arras van het jaar 1036 en de fameuze keure van Nieuwpoort van 1163, vermelden onder de verschillende soorten opgesomde visch ook het walvischvleesch als een artikel waarop tolrechten druktenGa naar voetnoot(2). De adel schijnt een zekere voorliefde voor dat vleesch te hebben gehad. Ze verorberden het vooral in den vastentijd. De graven van Artois voorzagen zich van walvischvleesch in hun haven van Cales. Ze kochten er o.a. in 1300 drie en dertig stukken van een totaal gewicht van 380 pondGa naar voetnoot(3). De graaf van Vlaanderen, Lodewijk van Maie, stuurde regelmatig walvischvleesch naar zijn dochter Margaretha, echtgenoote van Philips den Stouten, hertog van BourgondiëGa naar voetnoot(4). Tot zelfs in de middeleeuwsche literatuur toe treffen we het reusachtig zoogdier der zee aan. In een Latijnsch werk der XIde eeuwGa naar voetnoot(5) waarin de avonturen van den | |
[pagina 23]
| |
legendarischen koning Alexander worden verhaald, vindt men een fantastische beschrijving van de onderzeesche wereld der visschers. Op zekeren dag liet koning Alexander zich in een glazen ton onder water zakken om de wonderen der zee te aanschouwen. Zijn ton was waterdicht en voorzien van lampen, en hing bij middel van ijzeren kettingen aan een schip. Alexander aanschouwde een sprookjesachtige wereld van visschen en zeemeerminnen. De walvisschen zwommen naar de ton toe, maar namen de vlucht zoodra zij het licht der lampen bemerkten. De koning, zegt het verhaal, zag veel wonderbare dingen, die hij echter niet wenschte bekend te maken uit vrees niet te worden geloofd. Berchem-Antwerpen. R. Eegryse. |
|