Juul Filliaert. Tijl's oog op den puinhoop. In 8o, 174 bl. Nieupoort, bij dan Schrijver (Kokstraat, 7) = Fr. 25.
Die puinhoop was Nieupoort in 1918. Tijl beschrijft hier met hart en ziel de barakkenjaren 1920-1922 zooals hij, kind van Nieupoort, deze medeleefde. Geheel de doening buiten, het bouwbedrijf in hout en steen dat den puinhoop verdringt, de menschen, die, met hun schoone en kleine kanten, eeuwig dezelfde blijven. Tijl's oog is scherp, zijn gemoed soms bitter, zijn overdadige taal wordt soms een pleidooi. Maar steeds weer komt zijn hart door zijn oog kijken en dan schrijft ‘Tijl’ bladzijden, zooals het grootsche tooneel op het kerkhof (bl. 135 vv.), sobere bladzijden die onvergetelijk blijven.