Tegen regen vliegt de zwaluw laag tegen den grond
De merelaar schuifelt naar regen.
En iedereen klaagt over een arm of been, een schouder of een heup die verandering van weder voorspelt.
Vergeten we niet: Mijn eksterooge stekt, 't zal regenen. - Het zijn al zooveel levende barometers.
Blijft dan nog af te rekenen met het spottend volksgezegde:
't Zal alleszins regenen.
Wie de baan gewoon is, verschiet in geen beetje regen; 't moet met emmers gieten eer dat ze schuilen gaan:
't Is zeerot, zei de vent
En hij spoelde van zijn karre.
Veel eenvoudige lieden houden staande:
Als 't regent binst d'hoogemesse
't Is een weertje voor heel den dag.
Of nog erger:
Als 't regent binst d'hoogemesse
't Regent d'andere dagen alle zesse.
't Zondagweder hangt af van den Vrijdag:
Als ge dringend schoon weder verlangt: ge belooft 13 eieren aan Sinte Clara, patrones van 't schoon weder.
In den Winter regent het bij weken
In den Zomer bij streken.
Er wordt wel ook eens platweg gezegd om te beteekenen dat er regen zal van komen:
't Weer gaat zijn gat wasschen.
Of als 't wankelbaar weder is:
't Weer zit op zijn gat te peinzen wat het zal doen.
Een weerrijmpje door alle buitenlieden gekend: