Spotzeg over dorp en stee (Vgl. Biek. 1935, bl. 252).
De kwelspreuken, de zeispreuken en de spotzeg over dorp en stee zijn steeds onuitputbare bronnen, noodig tot de kennis van het volksgemoed.
Hier zijn er nog een paar uit het Land van Nevele. Ik hoorde ze dezer dagen van een man uit Vinkt, maar ze zijn ook gekend te Kanegem, W.Vl.:
Vgl. Cornelissen, Ned. Volkshumor II, bl. 42.
Roskot. Verg. De Bo orsekot: (uitspraak ossekot, even als osbare bij N. Despars voor Orsbare, rosbaar). Een gebouw waarin molensteenen om graan te malen, of heiblokken om olie te slaan, bewogen worden, niet door zeilen die in den wind draaien maar door een peerd dat in eenen cirkel gedurig rondgaat; ook anders nog rossekot of peerdekot geheeten.
- Wanneer een vreemde jongen naar een der dorpen van de streek komt, roepen de inboorlingen:
Met een eitje in zijn gat
Vgl. Biekorf 1935, bl. 250.
G.P.B.