Mengelmaren
Hanekap. - Hanepreuve. - Hanekamp.
‘Te Ronse had men op den wijk ‘Kruiskens’ in eene herberg, hanengevechten ingericht. De gendarmen hadden echter lont geroken en kwamen om proces-verbaal op te maken tegen de wetsovertreders. De toeschouwers waren daarmede heelemaal niet gediend en vonden er niets beters op vooraleer het hazenpad te kiezen,de gendarmen een flink pak slagen toe te dienen’. - 't Getrouwe Maldegem, 19 Februari 1939.
Waaruit blijkt dat sedert de nieuwe wet van 1929 de hanemelkers nog het barbaarsche spel niet hebben opgegeven.
In verband hiermede herinner ik mij dat in mijn jeugd nog een ellendiger tijdverdrijf in zwang was, namelijk de hanekapping.
Dit ‘spel’ bestond in het blinden van de oogen der ‘medespelers’ die beurtelings op een vastgebonden haan afgingen en er met een dolk naar kapten tot hij dood was!
Over die hanekappingen las ik dezer dagen uit de ‘Anthologia Hibernia’ (1792) den volgenden eigenaardigen uitleg:
De hanekapping had slechts eenmaal 's jaars plaats gelijk het branden van den marentak of van den kersteblok. Die kapping hield verband met spotternij opeen vroeger bestaande heidensch gebruik. Ze werd gehouden in den Vastentijd. In Dublijn werden de hanekappingen verboden, omdat de ommestaanders zoo dichte bij den vogel dromden, dat er gevaar voor hun leven bestond wanneer de geblinde moordenaar naar den haan kapte.
Een andere stelling over den oorsprong van deze barbaarschheid is, dat het ‘spel’ zijn oorsprong vond in het zoeken naar een slachtoffer dat boeten moest, om aanleiding te hebben gegeven tot de verloochening van Sint Pieter.
De meest eigenaardige veronderstelling is echter deze van den schrijver zelf. Hanekapping was verzinnebeelden van haat tegen Frankrijk. Een zelfde beleediging was het stellen van