van den wereldoorlog. Schrijvers grondige kennis van de groote en kleine archiefkamers, heeft hem toegelaten veel bijzonderheden over de geschiedenis van zijn gemeente bijeen te brengen, wat bij soortgelijke werken meestal niet het geval is.
Zijn hoofdstuk over den Wereldoorlog zal door vele menschen die zich niet het minst om geschiedenis bekommeren, met de meeste belangstelling gelezen worden. Het is waarlijk een kijk uit de hoogte op de gebeurtenissen te Geluwe, zonder eenige overdrijving, gesteund op plaatselijke overleveringen en aanteekeningen, op eigen ervaring en op een grondige studie van Engelsche, Fransche en Duitsche bronnen; al de belangrijke officiëele en andere oorlogsboeken waar er over Geluwe gesproken wordt, heeft hij uitgepluisd; alles wat te Geluwe voorviel, werd in het kader van de groote gebeurtenissen geplaàtst, waarvan op zijn gemeente de weerslag gevoeld werd. Zoo wordt behandeld: de eerste slag van Ieper in 1914, de tweede slag in 1915, drie jaren Duitsche bezetting, de derde slag van Ieper in 1917 met de ontruiming van Geluwe, en eindelijk de bevrijding en de terugkeer van de bevolking. Voor geen enkele gemeente uit de frontstreek bezitten we zulk een gedocumenteerde studie over den oorlog.
Het derde deel van zijn werk behandelt de leenroerigheid en hier valt er voor den plaatselijken geschiedvorscher veel, zoo niet alles te leeren. Schr. toont hoe Geluwe, zooals de meeste Vlaamsche parochiën, doorweven was met leenen en heerlijkheden, die rechtstreeks of onrechtstreeks afhingen van het Kasteel van Kortrijk, de Zale van Ieper, den Ouden Burg van Gent, den Steenen Man van Oudenaarde, de heerlijkheid van Ooigem en nog andere leenhoven. Wie weten wil hoeveel rechtsgebieden op een onzer parochiën te vinden waren onder het oud regiem, kan er zich ten volle rekenschap van geven. Nog iets wat we in zulke mate voor geen enkele andere Westvlaamsche gemeente bezitten.
Het vierde deel behandelt den adelstand en de verschillende geslachten die te Geluwe een rol gespeeld bebben; wat dit deel aan opzoekingen gevergd heeft, kan slechts een vakman beseffen.
Het vijfde deel geeft de talrijke bijlagen.
Typographisch is dit werk uiterst verzorgd, de illustratie buiten tekst bevat een plan van Geluwe vóór den oorlog, kerk en dorpsplaats in 1910 en 1913, de puinen van het dorp en het gehucht Ter Hand in 1918, alsook de portretten van de gesneuvelden uit Geluwe.