Hennevette (Kortemark): een plant, gemeen onkruid, overal dauwkoole geheeten (Chenopodium album). In kwade jaren wierd dit kruid door 't volk geëten.
Hertepit (Knokke en omstreken): boezem, sinus. De Bo geeft hertepit - maagkuil. Met deze beteekenis hier onbekend.
Hertezakkinge (Knokke): harteverlamming.
Hoest je (Dudzeele): eigenaardige en tamelijk veel gebruikte uitspraak van ‘haast je’. Het overeenkomstig ww. hoesten = haasten wordt nooit buiten de gebiedende wijze gebruikt. Deze zegswijze heeft dikwijls een schertsende beteekenis.
Hondelaren hout (Heist): hout van den hondelaar of hondsboom (Rhamnus frangula). De Bo geeft hondslaar en onzelarenhout. Elders ook vuilboom (purgeermiddel!) en sprokkelhout genoemd. Dodoens schrijft onder ‘Sporckenhout oft Pijlhout’: ‘De Brabanders noemden dese heester Sporckenhout, ende somtijts Pijlhout... In onse tael wordt dit gheboomte somtijts oock Hontsboom gheheeten... De rijskens zijn teer ende broosch (ende daerom heet dit gewas in Latijn Frangula) ende hebben een swarte schorsse met graeuwe plackskens besprinckelt, onder dewelke een geel velleken schuylt, dat sterck doet braecken, en veel waters door den stoelganck afdrijft... De wilde Swijnen ende Beeren hebben de wortel van desen hontsboom soo lief, datse daer groote cuylen omtrent maken, om de wortelen uut te crijgen: waer door dat de iagers mercken datter wilt gedierte in 't bossch is.’
Wat heeft deze heester met honden te maken?
Hondewulf (Poperinge): kinderschrik. Kinderspelletje: van den hondewulf en den schaper. Verg. berrewulf (Knokke), weerwolf.
Hondig (Knokke): gezeid van een hondin. Nochtans zegt men meer ‘heet’, zooals elders.
Honger. Uitdrukking te Knokke: den heeten honger hebben = een onverzadigbaren eetlust hebben.
Honte-bonte-konte-stronte kleur (Gulleghem, alle o's als ou uitgesproken): een onbepaalde kleur, schertsend gezegd. B.v. een meisje vraagt aan moeder: Moeder, welk een kleedje ga ik krijgen? Antw.: een van honte-bonte-konte stronte kleur!
Hooge zunne, leege zeilen: weerspreuk bij de Heistsche visschers. Wanneer het 's nuchtens vroeger klaar is als gewente en de hemel vòòr 't verschijnen van de zunne roodachtig zit, mag er sterke wind verwacht worden, en dan moeten de visschers hun zeilen strijken. Dit voorspelt ook regen gedurende den dag.