Biekorf. Jaargang 44
(1938)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Engelsche duinheer Thomas Gabytus.'t Is tien jaar geleden dat Dom A.-J. Fruytier in Biekorf de vraag stelde: ‘De Duinheer Thomas Gabyt stierf hij den marteldood?’ Eén enkele regel geschrift uit een Brugsch handschrift was inderdaad een letterkundige (en zelfs iconografische) overlevering van drie eeuwen komen vernietigen. De geleerde Schrijver heeft dan ook, na een uitstekend overzicht van de hagiographische literatuur, het feit vastgesteld ‘dat de Duinheer Thomas Gahitus vreedzaam gestorven is te Douai in het jaar 1579’.Ga naar voetnoot(1) De kroniek van de Duinenabdij leert ons zeer weinig over den Engelschen monnik. Wij vernemen er alleen dat Thomas Gabytus, een Engelsch monnik, wegens de afscheuring der Kerk van Engeland uit zijn vaderland geweken, een toevlucht vond in de Duinenabdij | |
[pagina 82]
| |
en er, door den abt Pieter Hellinck, als monnik van de abdij aanvaard werd. Dit gebeurde in de jaren 1566-1568.Ga naar voetnoot(1) De opgenomen Engelsche kloosterling (religiosus Anglus) behoorde waarschijnlijk tot een Engelsche abdij van dezelfde orde (Citeaux) als het Vlaamsche Duinenklooster waartoe hij overging. Misschien vertoefde hij al geruimen tijd op het vasteland vooraleer hij Duinheer werd. Immers de Engelsche kloosterlingen, door de wetgeving van koningin Elisabeth getroffen, weken vanaf 1559 in grooten getale naar het vasteland uit, voornamelijk naar de Nederlanden waar zij den steun van den Spaanschen koning genoten.Ga naar voetnoot(2) Oorkonden van het Rijksarchief te Brussel lieten ons een spoor van den Engelschen Duinheer terugvinden te Gent in 't jaar 1572. De Cisterciënsernonnen van Ter Hagh en (bij Axel) vertoefden alsdan binnen Gent, daar de Geuzen het verblijf in hun klooster onveilig maaktenGa naar voetnoot(3). De abdis was overleden en, op 9 September 1572, werd in het wijkhuis bij de Sint-Baafskerk het gebruikelijk onderzoek ingesteld voor de benoeming van een opvolgster. Benevens de zusters worden, door 's konings commissarissen, ook de twee Duinheeren onderhoord die als biechtvader en kapelaan bij de zusters dienst doen. De biechtvader is D. Jan Pistor en de kapelaan D. Thomas Gabytus. De griffier leidt dezes getuigenis als volgt in: ‘D. Thomas Jabetues, 66 jaar oud; kloosterling in de Duinenabdij geprofest sedert zes jaar, doch te voren kloosterling in dezelfde orde geprofest in Engeland. Hij bevestigt onder eed dat hij gedurende vijf jaar in het voornoemde klooster [Ter Haghen] gewoond heeft als kapelaan, op bevel van den abt van Duinen, en | |
[pagina 83]
| |
dat hij dus de voornoemde kloosterzusters kent...’Ga naar voetnoot(1) De bejaarde Engeische monnik moet dus, kort na zijn opname in de Duinenabdij, vanaf 1567, de rustige bediening van kapelaan in het klooster bij Axel vervuld hebben. Hij volgde de zusters naar Gent waar zij, vanaf 1574, na de verwoesting van hun klooster, bestendig verbleven. Onder het Calvinistisch bewind (1578) weken de zusters naar Sint-Omaars; de Engelsche kapelaan nam de wijk naar Douai, het verzamelpunt der Engelsche vluchtelingen, waar hij enkele maapden later, in 1579, vreedzaam overleed in den ouderdom van 73 jaar. Het bekende 18e eeuwsche portret van den ‘gelukzaligen’ Thomas Gabytus, bewaard in den ‘calefac’ van het Seminarie te Brugge, laat (volgens zijn Latijnsch opschrift) den Duinheer in Engeland opgehangen worden den 13 Mei 1575. Dit portret blijft een treffende getuige van de hagiographische legende in haar volste ontwikkeling.
De Engelsche Duinheer was in betrekking met de invloedrijke Lady Hungerford die de eerste jaren van haar verblijf in de Nederlanden meestal te Gent doorbrachtGa naar voetnoot(2). Om de benoeming van zuster Louisa AnchynsGa naar voetnoot(3) | |
[pagina 84]
| |
tot abdis van Ter Haghen te bevorderen, richtte Thomas Gabytus zich tot Lady Hungerford. Deze, steunend op haar zuster, de hertogin de Feria (Jane Dormer), schreef naar den voorzitter van den Conseil Privé, Charles Tisnacq, om hem de candidatuur van Louisa Anchyns aan te bevelen. De oorspronkelijke brief is bij het dossier van de benoeming gevoegd; hier volgt het letterlijk afschrift.Ga naar voetnoot(1) | |
Brief van Lady Hungerford.
| |
[pagina 85]
| |
Dieu, qui vous donne tousiours l'accomplissement de vos bonnes desires. A Gende ce present xxeme de Janvier 1572. Celle que affectueuzement bayse les mains de V. Seigneurie Een paar vragen om te sluiten. Welke zou de juiste familienaam van den Engelschen monnik geweest zijn? De kroniek en de overlevering van Duinen zegt Gabytus, Gabitus; de griffier te Gent spelde Jabetues. Welke juiste naam mag in die onvaste spellingen schuilen? Hoe en wanneer is die vreedzame Engelsche refugee in het Martyrologium van de Cisterciënsers binnen gedrongen? Dit is het werk geweest der geschiedvorschers van de Duinenabdij rond 1620, namelijk van de monniken Theodorus Pybes, Adrianus Meuleman en Carolus De Visch. Hun Spaansche medebroeder Henriquez moet ergens uit onzekere bronnen een ‘Beatus Thomas Dunensis Martyr’ bovengehaald hebben en heeft zijn vondst weten te plaatsen bij de Duinheeren. Deze begonnen zelfs te gelooven dat hun abdij tot aan de Engelsche scheuring in de xvie eeuw in 't bezit gebleven was van goederen in Engeland die feitelijk sedert het begin der xive eeuw verkocht warenGa naar voetnoot(1). Want die Thomas Dunensis kon niemand anders zijn dan de proost van de Engelsche bezittingen der Duinenabdij! Henriquez laat hem, op gezag van Pybes, den marteldood ondergaan onder koning Hend rik VIII. De vruchtbare verbeelding van den Spaanschen hagiograaf schetste, in vlotten stijl, een tafereel van den geloofsijver waarom de monnik gevangen, opgehangen en gevierendeeld werd. Carolus | |
[pagina 86]
| |
De Visch meende dezen Tho mas Dunensis te moeten opschuiven naar de regeering van koningin Elisabeth: hij waande immers dien ‘zaligen Thomas van Duinen’ terug te vinden in den Engelschen monnik Thomas Gabytus die in de lijst der professi van 1566-1568 voorkwam. Aldus deed de ‘zalige Thomas Gabytus, monnik der Duinenabdij, martelaar in Engeland’ zijn intrede in de overlevering.Ga naar voetnoot(1) Nu wij den waren Thomas Gabytus kennen, ware het belangwekkend in de Spaansche bronnen van Henriquez te kunnen onderzoeken wie die raadselachtige Thomas Dunensis mag geweest zijn. A. Viaene. |
|