Biekorf. Jaargang 43
(1937)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 196]
| |
De processie van halfoogst te Kortrijk gesticht in 1544.DE Kapittelheeren van Kortrijk gingen in vroegere eeuwen telkens mede in de stedelijke processiën van H. Sacramentsdag en van den octaafdag van hetzelfde feest. Op den octaafdag ging de processie een wat minderen ‘ganck’ dan op den feestdag, te weten ‘duer de Steenstraete naer de Croone, ende soo over de Vlasmarkt, duer de Doornicstraete, de Coornmarct uppe, duer de Pedersilstraete, voorby t'stadhuys, ter Leystraete nedere, ende de Coventstraet uppe, duer de Vrouwstraete ende de marct naar Sint-Maertens kercke’Ga naar eind(1). Daarenboven beschreef het Kapittel, bij passende gelegenheid, generale processiën. Het gebeurde ook dat de kanunniken op den octaafdag van het H. Sacrament een eigen processie hielden 's namiddags en binnen hun eigen pastoreel gebied, namelijk het beluik van het Oud KasteelGa naar voetnoot(2). Op Halfoogst 1544 ging voor het eerst de processie uit ter eere van O.L. Vrouw. De stichter van dezen ommegang is Jan de Quartes, een eerzame burger en inwoner van Kortrijk en gebuur van de Kapittelkerk; zijn huis stond op O.L. Vrouwenkerkhof. Door de bemiddeling van kapelaan Joris Halsberghe liet Jan de Quartes op 30 Juli 1544 zijn stichting door het Kapittel goedkeuren en aanvaarden, De inhoud van de fondatie luidde als volgt: ‘Volijverig om den eeredienst meer luister bij te zetten, | |
[pagina 197]
| |
wil ik, Jan de Quartes, een plechtige jaarlijksche processie stichten gelijkend op de processie van den octaafdag van het H. Sacrament, behoudens dat er geen enkele statie zal gehouden worden; zij zal van de kapittelkerk uitgaan op O.L. Vrouw Halfoogst, men zal er de reliekschrijn van O.L. Vrouw in dragen en, bij het terugkeeren, zal men vóór het Heilig Kruis de antifoon Salve Regina zingen in gregoriaanschen zang.’ De vrome stichter bezette daartoe een jaarlijksche rente van zes pond parisis, waarvan hij de verdeeling onder de deelnemende kanunniken, kapelanen en kerkbedienden, tot genoegen van het Kapittel, nauwkeurig bepaalde. Dat de processie reeds op Halfoogst 1544 uitgegaan is, weten wij door het feit dat de Kapittelheeren op 23 Oogst van dat jaar een straf uitspraken tegen den kapelaan Pieter Libbin, die geweigerd had den fierter van O.L. Vrouw te dragen in de nieuwgestichte processieGa naar voetnoot(1). Jan de Quartes belegde zijn rente vóór de Kortrijksche schepenen op 22 Mei 1545. Deze ‘gefondeerde’ processie van Halfoogst bestond tot aan de Fransche bezetting (1796); dan ging zij, zooals het meerendeel der fondatiën, verloren. Na het Concordaat werden de processiën op een nieuwen voet ingericht; de regeling voor het bisdom Gent is bevat in een rondschrijven door Mgr. Fallot de Beaumont op 5 Februari 1806 aan de parochiegeestelijken gericht. Voor Kortrijk zijn daarin twee processiën toegelaten: deze van het H. Sacrament en de andere op Maria-Hemelvaart.Ga naar voetnoot(2) | |
[pagina 198]
| |
den 17 Mei 1806 af in de dekenij te Kortrijk; de onderprefect, de maire en de kerkmeesters kwamen hem aldaar begroetenGa naar voetnoot(1). Deken Le Grand bracht de kwestie van de processiën te berde: de bisschop deelde hem mede dat zijn inzicht was dat de twee jaarlijksche processiën zouden afgewisseld uit de beide parochiekerken uitgaan: dit jaar (1806) zou St.-Maartens beginnen met de H. Sacramentsprocessie en O.L. Vrouwkerk met de processie van Halfoogst, het volgend jaar zou men de orde omkeeren, en zoo voort telken jare verwisselenGa naar voetnoot(2). De stad Kortrijk zal voorzeker niet nalaten binnen zeven jaar het vierde eeuwfeest te vieren der processie van Halfoogst, door een van haar vrome burgers ‘Marien teren’ gesticht. A. Viaene. |
|