Zantekoorn.
- De pastor en is hier nog maar zes maanden, en hij kent alleman met top entuit. (Volledig, met alle bijzonderheden). Stalhille.
- Zwijg van Pier, 't is toch zoo ne kritser (Een die stokken in 't wiel steekt, tegenwerkt). Eernegem.
- Als Dora jong was, z'had de pieper: nu is z'er deure (Zij was pieperachtig, deerlijk). West-Rozebeke.
- Als hij goed gezaaid is, hij zal wel bovenkomen (Gezegd van iemand die men te vergeefs opzoekt). Brugge.
- Als Sanders zijn hofstedeken ging betalen, hij 'n had maar een klutske winkelgeld over van honderd duizend frank (Klein geld, dat noodig is voor 't huishouden, voor de winkelwaar). Eernegem.
- Die zulle 'n ligt niet waterpas, ik kan daar niet naar werken of 'k zou pitvloeren (Gezeid door een vloerlegger: een vloer met een put leggen). Loppem.
- 't Is altijd entwat met mij, 'k en heb maar een leven lijk ne roobaard (Ben ziekelijk en moet een kort einde verwachten). Dadizele.
- Hugo kan al goed klappen, maar hij kan nog goed met pappen smijten (Stamelen, hakkelen). Brugge.
- Wat is iemand voor den aap houden? Hem up en neere steken. Stalhille.
A.V.W.