Biekorf. Jaargang 43
(1937)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 89]
| |
[Nummer 4] | |
Het klooster der Annonciaten te Nieuwpoort.I. Zijn ontstaan.HET klooster der Annonciaten was te Nieuwpoort gelegen aan den westkant der Hoogstraat nagenoeg rechtover de huidige school der Arme Klaren. Het was een uitgestrekte eigendom die doorliep tot in de Kokstraat. Het klooster werd afgeschaft in 1783 en de Zusters vertrokken het volgende jaar. De oorsprong van dit klooster is een ingewikkelde geschiedenis, om de goede reden dat de oorspronkelijke bewijsstukken niet meer bestaan. Inderdaad wij moeten ons bijna uitsluitend steunen op de getuigenis van Mathias Reynoudt, een kroniekschrijver uit de XVIIe eeuw. Hoewel Reynoudt zijn bronnen niet opgeeft, toch is hij betrouwbaar. Hij was immers griffier van Nieuwpoort, en als rechtskundige wist hij het zekere van het onzekere te scheiden. Hij | |
[pagina 90]
| |
werkte geheel zijn leven op het Stadhuis en hij moet daar, en wellicht ook in het klooster, de bewijzen gevonden hebben waarop hij zijn verklaringen steunt. Hij was 60 jaar oud toen hij zijn boek liet verschijnen waaruit wij hier het volgende overschrijven:Ga naar voetnoot(1) ‘In SanthoveGa naar voetnoot(2) was noch een capelle, die stont op t' hoogste van de plaetse, alwaer de inwoonders hadden een pastoor ofte priester die aldaer dede den goddelycken dienst diversche jaeren, welcke capelle daer naer ghegeven is gheweest aen devote vrouwspersoonen, alwaer sy ellynkens een clooster ghemaekt hebben, die ghenaemt wierden de Graeuw-Sustersboven’.Ga naar voetnoot(3) Wauwermans, in zijn ‘Atlas des Villes de Belgique’ voegt bij deze verklaringen van Reynoudt nog een bijzonderheid die wij niet onopgemerkt mogen laten voorbijgaan. De priester die de kapel van Santhove bediende, stond - aldus Wauwermans - onder de bevoegdheid van den pastoor van Lombardie (Lombardsijde). Wauwermans wijst, jammer genoeg, geen bronnen aan. Zijn bewering is nochtans aanneembaar. Een eeuwenoude legende houdt inderdaad staande dat een aanzienlijk gedeelte der bevolking van Lombardie zich in het begin der jaren 1100 te Santhove ging vestigen. Het is heel wel mogelijk dat die bevolking ‘diversche jaeren’ kerkelijk van Lombardie bleef afhangen. Het kan een nieuwe of een oude kapel geweest zijnGa naar voetnoot(4). Alleszins is het zeker dat de naam ‘Lombardie’ zich aan een gedeelte van dezen grond is blijven vestigen. Wij ontmoeten hem nog in 1786Ga naar voetnoot(5). Maar de bevoegdheid van den pastoor van Lombardie kon niet blijven duren. Het schijnt ons dat die bevoegdheid een einde moet genomen hebben rond 1165, het jaar dat de ‘nova capella de Sandeshoved’ of parochiekerk van Nieuwpoort opgericht werd. Laat ons terloops opmerken dat de parochiekerk van Nieuwpoort, deze van Lombardie, en ook de oude kapel van SanthoveGa naar voetnoot(6) allen onder de aanroeping kwamen te staan van O.L. Vrouw. Zou dit niet wijzen op het nauw verband tusschen deze verschillende stichtingen? | |
[pagina 91]
| |
De kapel van Santhove werd dan overgemaakt aan ‘devote vrouwspersoonen’, volgens de getuigenis van Reynoudt. Hij zegt niet wanneer. Zooals wij eyen aanstipten, gebeurde die overgave vermoedelijk omstreeks 1165. Van welke ‘devote vrouwspersoonen’ er hier sprake is, wordt insgelijks verzwegen. Moest het de Begijnen gelden - te Nieuwpoort zoo wel gekend - men zou het ons gezegd hebben. Wij vinden de Begijnen in 1313 gevestigd in de nabijheid der kapel, doch wij bespeuren nergens dat zij ooit het minste verband er mede gehad hebben. Integendeel, wij vinden de Begijnen in 1783 nog altijd op dezelfde plaats waar zij waren in 1313, en met de Annonciaten als geburen. Die ‘devote vrouwspersoonen’ die rond 1165 bezit namen van de kapel waren ter plaatse zelf niet gevestigd. Het is maar naderhand, zegt Reynoudt, dat zij daar hun klooster opgetrokken hebben. Zij woonden dus elders. Maar wij kunnen gereedelijk gelooven dat zij op geen te grooten afstand woonden, anders was die kapel voor hen maar een slecht gerief. Wanneer zijn zij verhuisd? Wanneer hebben zij dat klooster tegen de kapel gebouwd? In 1313 vinden wij nog geen spoor van zulk een klooster in de nabijheid der kapelGa naar voetnoot(7). Wel ontwaren wij in datzelfde jaar een ‘Abedissen huus van petingheem’ op korten afstand vandaar, namelijk op het zuideinde der Hoogstraat, daaromtrent de huidige O.L. VrouwstraatGa naar voetnoot(8). Doch er kan hier enkel sprake zijn van een huis dat toebehoorde aan het klooster van Petegem (bij Oudenaarde). Voor die verhuizing kon er zich nimmer een betere gelegenheid aanbieden dan de totale verwoesting der stad in 1383. Er stond geen enkel huis meer recht in geheel Nieuwpoort. Alles moest herbouwd worden. Het is natuurlijk niet onmogelijk dat de verhuizing toch plaats greep tusschen 1313 en 1383. In elk geval moest, na 1383, tot een volledigen heropbouw overgegaan worden. | |
[pagina 92]
| |
Opmerkelijk is dat al de kloostergebouwen en afhankelijkheden - behalve een wijde gang van 22 voet nevens de kapel - opgericht werden achter de kapel. Zulks laat vermoeden dat men in den beginne in de Hoogstraat enkel achtergrond heeft kunnen koopen. Had men ten dien tijde den voorgrond kunnen koopen die men in 1783 bezat, dan zou men het klooster voorzeker aldaar gebouwd hebben. Toen men den voorgrond in handen kreeg, werd hij als groenselhof gebezigd. Men zal opmerken dat wij hier nog niet spraken van de eigenlijke ‘Annonciaten’. Wauwermans, in zijn aangehaald werk, meldt dat de eerste Zusters den regel volgden van de Derde Orde van St. Franciscus; zij lazen het officie. In den loop der XVIe eeuw, zegt hij, gingen zij over naar den regel der AnnonciatenGa naar voetnoot(9). Het klooster werd in 1584 onder de Provintie van St. Andries gesteld en later, nadat de hervorming van den regel erkend geweest was, onder de Provintie van St. Jozef... Dit onderzoeken we in een volgend opstel. R. Dumon. |
|