Biekorf. Jaargang 42
(1936)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 273]
| |
Opgravingen te Nieuwpoort.IN September l.l. zijn ze in de parochiekerk van Nieuwpoort begonnen met de werken voor de centrale verwarming. Heel de rechterkruisbeuk moest dienen voor den kelder. Daar werd er dus gegraven. Op een diepte van 0,75 m. kwam men op den vooroorlogschen kerkvloer. Deze was 0,30 m. hooger dan de eerste vloer, die ook blootgelegd werd. Daar trof men grafsteenen aan, waarvan sommige nog geheel waren; andere waren stuk. Verscheidene graven nevenseen zijn aldus ook blootgelegd geweest. De beenderen werden met zorg in een kist gelegd en daarna begraven op het oude kerkhof, rond de kerk. Op verscheidene van die graven waren, langs den binnenkant. roode kruisen geschilderd. Daar de grafsteden uit baksteen waren en slecht gemetseld, is er geen enkel geheel kunnen bovengehaald worden. Velen waren reeds gedeeltelijk vernield geweest vroeger. Twee van die kruisen in roode engelsche verf zijn zorgvuldig afgeteekend geweest in natuurlijke grootte. Hiervan is hier een teekening op schaal afgedrukt Deze kruisen zijn van twee verschillende graven die bijna mekaar raken. 't Eene is van den Oostkant, 't andere | |
[pagina 274]
| |
van den Westkant. Vóór twee jaar zijn er dergelijke graven ontdekt geweest aan den zoogenaamden Duivelstoren (vroegere St Laurentiuskerk). Glasscherven van de oudste kerk heeft men ook veel aangetroffen. Alles is met zorg verzameld geweest, om het in het museum onder te brengen. Een klein zerksteentje werd eveneens teruggevonden. Het meet 0,285 m. x 0,285 en heeft dus de grootte van een tegel. In gothisch kleinschrift leest men het volgende: Pr Van der Wynde | overleet den XIen Ougst 1604 ende | hadde III kynd. Joos | Omare en Cathelyne | by Maeyfcefa Jacop | Van houcke | (teekening: doodskop en beenderen). Op een diepte van 1,05 m. heeft men een grafsteen blootgelegd, welke nog nergens vermeld werd. Terwijl het vorig steentje vermeld staat onder nr 238 in den ‘Epitaphier’ door R. de Beaucourt de Noortvelde uitgegeven in 1905, staat dit opschrift er nergens. En dit waarschijnlijk wel om de volgende reden. Die grafsteen is blijven liggen in den ouden vloer van de kerk, omdat hij te zwaar was, terwijl de andere aangebracht werden 0,30 m. hooger. Het is de grafzerk van Pieter Keyutaert. De volledige tekst kan ik nog niet mededeelen. 't Grafschrift loopt rond den steen en is van bovengemelden Pieter en zijn twee huisvrouwen. Hij dagteekent uit de jaren 1400-1500.'t Middengedeelte is in twee verdeeld. Boven: Een Engel die 't schild houdt: drie geluipaarde leeuwen boven mekaar. Langs weerszijden van dien Engel zijn twee griffoenen die een schild houden, op 't eene is nog een St Andrieskruis zichtbaar (een der vrouwen noemde Catelyne Andries), 't andere is uitgesleten. In 't onderste middengedeelte staat een heel opschrift in gothisch kleinschrift; ik heb het nog niet kunnen ontcijferen. Die Pieter Keyutaert is hier een voorname persoon geweest. In een akt van 14 Augustus 1478, tusschen den Abt van St Niklaasabdij te Veurne en de geestelijken van Nieuwpoort eenerzijds en de heer van de | |
[pagina 275]
| |
wet ‘deser stede’ anderzijds vinden we Pieter Keyutaert vermeld als BurgemeesterGa naar voetnoot(1). In het boek van de fondatien of de ‘Jaerghetyden die den disch van Nieuport schuldich is te doen doen’ van het jaar 1551, vinden we ‘TJaerghedyde van Pieter Keyutaert op St Sebastiaensdach’.Ga naar voetnoot(1) Waarschijnlijk geldt het hier overal denzelfden Pieter Keyutaert. C.D. |
|