Biekorf. Jaargang 42
(1936)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVolksoploop in Sint-Salvators te Brugge tegen een beëedigden priester.
| |
[pagina 220]
| |
dienst voor de zuster van pastor Rommelare van de O.L. Vrouwkerk, door den stokhouder en den kerkbaljuw gezongen werd. Enkele priesters hadden toch den eed afgelegd; op zondag 1 October werd er een mis gelezen in O.L. Vrouw en twee in St. SalvatorsGa naar voetnoot(1). Op het einde van Maart 1798, had kanonnik Van Cuyl in St. Salvators aangeplakt dat hij weerom zou mis lezen. Zijn briefje werd twee dagen achtereen afgescheurd. Paschen viel op 28 Maart en er was geen palmwijding geweest. Op Donderdag 1 April vóór de mis wijdde kan. Van Cuyl de palmen, na de mis deelde hij d eze palmen uit in het koor. De klokluider en grafmaker Lorquin zei aan den misdienaar Engels dat het daar de plaats niet was om palmen uit te deelen, maar wel aan de kerkdeur. Nadat kan. Van Cuyl het koor verlaten had ontstak Lorquin de keersen, knielde voor het altaar en deed het tabernakel open waar zich een kleine ciborie bevond met het H. Sacrament; daarna ging hij knielen op den trap van het altaar en belde alsof de mis zou beginnen. Enkele oogenblikken later kwam kan. Van Cuyl terug, gekleed met een albe en een stool om de ciborie naar het groot tabernakel over te brengen. De vader van den misdienaar Engels plaatste een trapje tegen het altaar om den priester toe te laten de ciborie uit het tabernakel te halen. Doch Lorquin kwam toegesprongen, trok kanonnik Van Cuyl van het trapje en sloeg de deur van het tabernakel toe. De priester beklom opnieuw het trapje en ontving toen twee stooten van Lorquin, die daarop weggetrokken werd. Toen de kanonnik door de kerk trok met het H. Sacrament, ontstond er groot rumoer; zekere Marie Rotse, melkverkoopster, wilde hem te lijf al roepende: ‘Houdt hem! Slaat dood!’ maar zij werd tegengehouden. | |
[pagina 221]
| |
Toen nu ka nonnik Van Cuyl de kerk verliet, liep er veel volk al roepen achter hem, en alhoewel hij door vijf man beschermd werd, ontving hij nog enkele slagen. Eindelijk daagden er twee schadebeletters op die het volk deden uiteengaan. Over de donkere missen die toen gedaan werden, lezen we in het verslag van den politiekommissaris, dat de keersen ontstoken werden, het orgel de kerkzangen uitvoerde en dat er nu en dan met de bel geklonken werd alsof de mis werkelijk gezongen werd.Ga naar voetnoot(1) J.D.S. |
|