Biekorf. Jaargang 42
(1936)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet pakhuis te MeunikereedeDE Varsche of Zoete Vaart, tusschen Brugge en Sluis gegraven in de jaren 1564-1570, volgde van af Brugge de bedding van 't Oude Zwijn (aloude vaart van Brugge naar Reigarsvliet) tot aan de Peerehoom op Oostkerke, vandaar de bedding van het LeugenzwijnGa naar voetnoot(1) tot BekafGa naar voetnoot(2) tot dichte bij 't Zwijn van Damme naar Sluis. Te Bekaf keerde deze Varsche Vaart noordoostwaarts en liep nagenoeg evenwijdig met het Zwijn ( = de Zoute Vaart of kortweg de Zoute). Beide waterloopen stonden niet in verbinding met elkaar, tenzij door een sluis op de plaats waar later de Spanjaarden het fort Sint-Donaas gebouwd hebben. De Varsche Vaart bevatte zoet water, het Zwijn zout water (zeewater). Alhoewel beide waterloopen te Bekaf in nabijheid van 't Oude Slot van LembefaeGa naar voetnoot(3) elkaar zeer | |
[pagina 215]
| |
dicht naderden, bleven zij door twee dijken gescheiden: den rechterdijk van de Varsche Vaart en den linkerdijk van 't Zwijn. Deze dijken zijn ter plaatse nog goed bewaard. De Varsche Vaart is thans nog een pilse. Dat alles zou met zooveel andere merkweerdige overblijfsels uit de geschiedenis der streek moeten beschermd en gespaard worden. Wie kan daar iets voor doen? Op den eerstgenoemden dijk staat er een huizetje, door 't volk Pakhuis genaamd. Een herinnering dus aan voormalig handelsbedrijf. Het huis kan zelf moeilijk een pakhuis geweest zijn: keuken, voutekamer, en wat kotteralie. In een ruwe balk der zoldering staat het jaartal 1723 gebeiteld. Misschien was de doeninge grooter of lag het eigenlijke pakhuis dichte bij. Op deze plek lag er een brug over de Varsche Vaart. Het is in elk geval de moeite weerd om met deze volksoverlevering over het Pakhuis te Meunikereede rekening te houden. Jozef De Langhe. |
|