Biekorf. Jaargang 42
(1936)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 169]
| |
[Nummer 7-8] | |
De gilden van Nieuwpoort volgens de oude grafzerken.Vóór den oorlog waren er te Nieuwpoort, in en rondom de kerk, zelfs op de voorlanden van de Markt, veel grafzerken te zien. Ze gingen meestendeels in den oorlog verloren. Nu treft men er nog negen aan binnen de kerk, ingezet in de muren; buiten aan den rechterkant zijn er nog groote stukken van grafzerken bewaard. Doch zijn de steenen verloren gegaan, de opschriften zijn bewaard gebleven, want een schepen van ‘de stede en port’, Joseph Rouzee, heeft ze rond 1772 opgeteekend. Hij heeft ze nochtans niet geheel getrouw afgeschreven. Het handschrift moet thans berusten op het Rijksarchief te Brussel; over dertig jaar heeft Robert de Beaucourt de Noortvelde den tekst van die opschriften uitgegevenGa naar voetnoot(1). 't Is aan de hand van die opschriften | |
[pagina 170]
| |
door de Beaucourt uitgegeven, dat ik de verschillende oude gilden van Nieuwpoort heb opgezocht. | |
1. De Sint-Jacobsgilde (Visschers).De gilden hadden meestal hun kapel in de parochiekerk en daar werden de gildebroeders bijeen begraven of werd hun grafzerk aangebracht. Boven opschrift n. 111 vinden we'. ‘In de Sint-Jacobschoor alias de visscherscappelle’. De Sint-Jacobsgilde was de gilde van de visschers. In de kapel van St-Jacob treffen we vijf opschriften aan van visschers die er begraven liggen. Eén ervan duidt vooral klaar en duidelijk aan dat het de gilde van de visschers was: (N. 122): Vrye sepulture van den eersaemen Jan Vrome fs François, in - syn leven capitain ende Deken van St Jacobsgilde, onderhouden door de visschers deser stede van Nieuport. Overleden den 3 february 1696... De vier andere opschriften van visschers binnen het St-Jacobskoor begraven, zijn: (N. 124): Sepulture van Pieter Bellynck, alferis (vaandrig) van St Jacobsgilde die overleet den 20 Juny 1638... (N. 126): Vry sepulture van Pauwels Jaeckx fs Pauwels, in syn leven Deken ende capitain van St Jacobsgilde binnen Nieuport, overleet den 20 oust 1698. (N. 130): Sepulture van Cornel. Reubens fs Paulus, visscher van synen style, overleet jong man den 20 Januari 1735, ou dt 60 jaeren. (N. 131): Hier licht begraven Mathis Coolen fs Joris Coolen, visscher van synen style, overl. den 10 Junius 1668... De twee laatste zerken vermelden de gilde niet; toch liggen die visschers ‘van style’ begraven in de St Jacobskapel. Sint Jacob was de patroon van de Nieuwpoortsche visschers. Vroeger woonden deze samen in een zelfde straat, die dan den naam droeg van St Jacobsstraat. Het is de huidige Havenstraat. Ze hebbben die straat moeten verlaten en zijn komen wonen in de straat van de houtbewerkers, die de Schipbrekersstraat genoemd werd. Aan | |
[pagina 171]
| |
het verste gedeelte tegen de kaai gelegen, gaven zij den naam van hun Patroon. Nu nog wordt die straat de St Jacobsstraat genoemd en het verdere gedeelte de Schipstraat. | |
2. De Sint-Jansgilde (Schippers).De Sint-Jansgilde was de gilde van de schippers. In de kerk bestond er een Sint-Janskoor; daar treffen we opschriften aan van zeven schippers die er hun grafzerk hadden. Doch buiten dit koor treffen we nog schippers aan: (N. 137): Vry sepulture van Sr Jan De Roo fs Mailliaert, in syn leven schipper van St Jansgilde, ende coopman van Nieuport, die licht begraven tot Dunkercke in de groote kerke overl. 18 february 1690... De volgende opschriften bevinden zich alle in het St Janskoor. Ze vermelden ofwel de gilde ofwel den stiel van den afgestorvene, zoodanig dat ze kunnen dienen tot staving van het boven gezegde: De St Jansgilde was de gilde van de schippers. (N. 216): Vry Sepulture van den Eersaemen Pieter Vandenberghe fs Pieter, in syn leven Deken van de gulde van St Jan deser stede overl. den 13 April 1712... (N. 217): Sepulture van den Eersaemen Jan D'Hulle fs Anthonis, Jonckman oudt 25 jaeren, vry schipper van St Jansgilde van Nieupoort, gestorven op den 8 Mey anno 1675. (N. 218): Vry Sepulture van Captain Jacobus fs Gulielmus Looten overl. den 21 Juny 1718. Zou deze een kapitein zijn van de St Jansgilde of zou hij de kapitein van een schip geweest zijn? (N. 223): is van eene heele schippersfamilie. Vry Sepulture van Pieter De Cuyper fs Adriaen, overl. Vry Billanderman ende schipper op zee... 1768, oudt 65 jaeren. Kinderen nog in leven: Pieter Antonis, Vry Billanderman en schipper op zee. Mary Joanna in het huwelyck met Paulus Meynne fs Paulus, Vry Billanderman ende schipper op zee. Een ‘Billanderman’ was een schipper die vaarde op | |
[pagina 172]
| |
GILDE- OF PROCESSIEVAANTJE VAN SINT JAN, NIEUPOORT.
| |
[pagina 173]
| |
een billander of binlander (fr. bélandre), een platbodemde vaartuig meest gebruikt op de binnenwaters; in de opschriften hierboven wordt er uitdrukkelijk bijgevoegd dat de ‘billanderman’ ook ‘schipper op zee’ was. (N. 228): Hier licht begraven Jan Thuyn fs Jacob, die overl. den 8 Juny... 1663, in syn tydt Deken van de St Jansgilde van Nieuport... (N. 234): Sepulture van Sr Jan Snouck fs Jan, in syn leven Deken van St Jansgilde deser stede... 1681. (N. 253): meldt nog iets merkwaardigs. Vry Sepulture van Sr Joris Vereecke 't synen tyde Poorter deser stede van Nieuport, Deken van St Jansgilde, gebleven met zyn schip op zee omtrent de kusten van Cadsant op 26 Jan. 1702 ende van zyn zoon Joris,... die met zyn vader gebleven is op zee. 't Was d us wel een gildebroeder van de St Jansgilde en schipper. Hoe zij omgekomen zijn op dien datum omtrent de kusten van Kadzand ware misschien nog te achterhalen. Woedde er dien dag een geweldige storm? Het volgende opschrift bevestigt nog dat de Sint-Jansgilde wel de schippersgilde was. (N. 236): Nevens den voorgaenden staet in den meur gematst ‘Deken ende gildesorghers van St Janscappelle binnen deser stede van Nieuport, genaemt de scutlieden, syn gehouden ende verbonden te doen doene in eeuwighe daghe alle saterdaghe tusschen 8 en 9 hueren in hunlieder Cappelle een lesende messe met een De Profundis naer deselve messe ter zaecke over de ziele van Lysbette fa Jan De Dromere ende alle gelovige zielen al naer 't verclaeren van transporteeren ende brieven van Lysbette gepasseert voor Burgemeesters en schepen van de voorseyde stede in date 15 dag in mei anno 1554.’ Buiten de Sint-Janskapel waren er nog zerken van schippers, doch de gilde wordt er niet op vermeld. | |
3. De Gilde van het H. Kruis (Hoveniers).De Gilde van het H. Kruis was onderhouden door | |
[pagina 174]
| |
de Hoveniers zooals opschrift n. 136 ons laat kennen: Vry sepulture van den eersaemen Pieter fs Joos Vercamer in syn leven... [Deken?] van de gulde van het H. Cruys onderhouden by de hoveniers binnen Nieuport overl. den 10 Juny 1729... Dat de hoveniersgilde ‘de gilde van de hoveniers’ was, zal 't volgende feit bevestigen. Buiten de stad, aan het Westsluis, stond ‘Ons Heeren Huizeken’ met een kruis dat de visschers vereerden. Dit Ons Heeren huizeken werd vernield in de belegering van Nieuwpoort door de Franschen in 1793; het kruis werd gered. In 1802 werd het achteraan in de kerk geplaatst bij de doopvont. In 1834 werd het overgebracht naar 't altaar van het H. Kruis. De hoveniers droegen het in de processie. Ook waren het de hoveniers die het missiekruis droegen in de processie bij een zending. Wat er waarschijnlijk van deze gilde nog overblijft is een zilveren lamp, die hangt in 't hoogkoor links. Zekerheid daaromtrent hebben we niet, doch d riemaal staat er een kruis op afgebeeld. Zoodat alles laat vermoeden dat zij zou toebehoord hebben aan de Gilde van het H. Kruis en gehangen heeft in hun kapel. | |
4. De Sint-Maartensgilde (Kuipers),De verspreide opschriften geven slechts melding van ‘de Cuypergilde’. Naar mijn oordeel was deze dezelfde als de St-Maartensgilde. In de ‘Cuyperscappelle’, waar er verscheidene meester-kuipers begraven liggen, heeft men het volgend opschrift: (N. 247): Aen den meur verbeeldend St-Maerten: Gesticht ter eere van de heilighe maghet Maria ende St-Maertins. Dit is de sepulture van den eersaemen Maerten Deseur fs Valentyn, meester-cuyper deser stede, tot Strasburgh gebooren, die overleet den 17 7ber 1671... De patroon van dezen kuiper was wel de H. Martinus, maar was de heilige er niet afgebeeld omdat de | |
[pagina t.o. 174]
| |
Gildevaantje van de Hoveniers, Nieuport.
| |
[pagina 175]
| |
‘Cuypersgilde’ de ‘St-Maartensgilde’ was? Er was hier in de stad een St-Maartensgilde. De ‘Camerboeken’ vermelden het uitdrukkelijk, met name het ‘Camerboec’ van October 1554 tot April 1557, fol. 33 vo: ‘Deken ende sorghers van sinte maertens ghilde contra Fransois Pilgrem, ontfangher vande kercke, heesschende trecht van sepulture voor Moses Sansvyn begraven in Sinte Maertenscapelle, moeten doen blycken dat de ghilde gherecht es, trecht van sepulture aldaer hebbende...’Ga naar voetnoot(1). Voeg daarbij dat Sint Maarten eigenlijk de patroon is van de Kuipers. In de ‘Cuypercappelle’ vinden we verscheidene kuipers begraven. (N. 243): Sepulture van Mathis Dilles fs Pieter, meester cuyper deser stede van Nieuport, die overleet den 6 October 1679... (N. 249): Vry sepulture van Eustachius Vogelaere den soone van Matheus, in syn leven Deken Dan de Vrye meesters cuypers deser stede ende port van Nieuport overl. den 20 october 1768...Ga naar voetnoot(2). Een opschrift (N. 246) vermeldt weerom, zooals we reeds gezien hebben voor andere gilden, een fundatie die moet gelezen worden in hun kapel en een mis op ‘hun dagh’. Welk is die dag? Is het de feestdag van St Maarten, 11 November? | |
5. Sint-Jozefsgilde (Timmerlieden).Er bestond een afzonderlijke ‘St Josephscappelle’ en daar heb ik één enkelen grafzerk aangetroffen met uitdrukkelijke vermelding van de gilde. (N. 330): Sepulture van Pieter De Kuyper fs Jan gebooren van Berghe St Wenox, gulde broeder oan St Joseph gulde, meester timmerman ende sluysmeester van t West sluys by Nieuport, overl. den 1 Mei 1705... | |
[pagina 176]
| |
Ik wil hier niet verder ingaan op de moeilijkheden die vroeger in de jaren 1500 moeten ontstaan zijn tusschen de timmerlieden en de ‘scrynewerckers’ die behoorden tot de St Pauwelsgilde. Deze bevestigen alleenlijk dat timmerlieden en schrijnwerkers tot een zelfde gilde behoorden en later ieder een afzonderlijke gilde gevormd hebben. | |
6. Sint-Aubertusgilde (Bakkers).De St Aubertusgilde is deze van de bakkers. Dicht bij malkaar vinden we drie opschriften van Bakkers, doch één enkel duidt de gilde aan, onder den naam van Sint Aubertus (Obrecht), patroon van de bakkersGa naar voetnoot(1). (N. 183): Vry sepulture van Carolus Johannes Vlieghe fs Pieter..., meester-backer deser stede onder de gulde van Sint Aubertus... (N. 181).: Sepulture van den Eersaemen Paschier Blanckaert fs Paschier, Backer van synen style, overl. den 9 oust 1688... (N. 186): Vry sepulture van Pieker Michel Vlieghe fs Pieter,,.. meester backer overl. den 17 juny 1748, oudt 51 jaeren; ende van syn huysvrouwe Marie Francisca Van de Casteele fa Xaverius, overl. den 3 april 1776, ou dt 79 jaeren. Kind eren: Carolus Joannes, meesterbakker, overleden in 1775 (N. 183 hierboven vermeld) en Pieter Antonius eveneens meester-bakker. | |
7. Gilde van O.L. Vrouwe Kindsbedde (Arbeiders).Deze gilde is maar in één opschrift vermeld. (N. 146): Sepulture van sr Pieter Verleure fs Pieter, t'synen tyde hooftman van Onse L. Krouwe kintsbedde gulde, overl. den 7 december 1683... In de Camerboeken lezen wij meer daarover. Het boek over 1554-1557 vermeldt: ‘Lieven van Kynderen contra deken ende sorghers vande kyntsbedde ghilde es | |
[pagina 177]
| |
ghecondemneert alle weke als hy werkt ter Caye een twaelfaert te geven’Ga naar voetnoot(1). Het Camerboek van 1582-1585 spreekt er nog duidelijker over: ‘Up tverzouck van deken ende zorghers van Onze Vrouwe kyntsbedde ghildeghelt te moghen lichten ende ontfanghen van elcken daelder byden arbeyders tzy ter caeye, ter ryole ofte binder stede gbewonnen II s. par. omme de zelve gheemployeert te wezen tot onderhoudenesse van kerckelicken dienst van de zelve ghilde’.Ga naar voetnoot(2) Van d eze gilde is er nu nog een zilveren lamp bewaard in de O.L. Vr. Kerk. Ze draagt 't volgende opschrift: ‘Ex Testamento D. Joannae Martens’. Volgens de dekanale letter zou ze gemaakt zijn te Brugge in 1624-25. In een medaljon op de lamp is ook nog het wapen van dezelfde Juf. Joanna Martens aangebracht. Maar benevens dit opschrift staat er nog in ander schrift ingegrift: 1630 o.l.v. kindsbedde. Deze gilde is misschien wel de eenige die na de Fransche Omwenteling is blijven bestaan. Immers tot rond de jaren 1900 bestonden nog de ‘orbeiers’ die al de karweien deden en een ‘kot’ hadden waar al hun alaam in bewaard werd. Ook moeten er rekeningen en andere papieren bestaan hebben; waar deze nu te vinden zijn, is een raadselGa naar voetnoot(3). | |
8. Overige Gilden.Buiten deze gilden waarover de grafschriften ons eenigermate inlichten, bestonden er nog verscheidene andere gilden. De mulders waren vereenigd in de Sint-Niklaasgilde. Het grafschrift (N. 40) van den meester-mulder Pieter Mus, overleden in 1743, vermeldt de gilde niet. | |
[pagina 178]
| |
De Onse Lieve Vrouwe Viscopersgilde. De twee grafschriften van ‘Vrye Viscopers’ vermelden de gilde niet: (N. 382): Hier vooren de vrye begraefplaetse van Sr Pieter Reynaert ...in syn leven vrye vischcoper ende regierder van den haringhvangh overl. 14 Maerte 1755. (N. 383): Hier voren vrye begraefplaetse van Sr Ph. Joseph Adam ...in syn leven Bailliu ende sasmeester van het Yp ersas nevens deze stadt Nieupoort den tijdt van ...jaeren, mits gaders vryen vischcoper. Daarnevens hadden we te Nieuwpoort nog: De Sint-Pauwelsgilde van de ‘scrynewerckers’; de Sinte-Loysgilde van de ‘ketelaers’; de Sint-Christoffelgilde van de ‘metselaers’; de Sint-Lenaertsgilde van de ‘brouwers’. De Camerberechten van 1588-1594 vermelden daarenboven nog drie beëedigde ‘gheswooren’ gildenGa naar voetnoot(1). Het waren: de St Jorisgilde, de St Sebastiaansgilde en de St Andriesgilde. Van de Sint-Andriesgilde, te weten de busschieters, vinden we melding in volgende grafschriften: (N. 154): Hier onder licht begraven Joos Van Slype in syn leven Kerckmeester ende regierder van den algemeenen aermen ende dobbelen Conincfa van St Andriesgilde deser stede, overl. 15 7ber 1691. (N. 96): Sepulture van d'heer Abraham Delahaeye fs jacques, in syn leven schepen ende tresorier deser stede, hooftman van de gilde Van St Andries die overleet den 2 maerte 1674. (N. 286): In den meur een beelt van St Andries. Sepulture van Anthone Mally, coninck van St Andriesgilde, 1669. Ook de Sint-Jorisgilde (der Kruisboogschutters) is op de zerken vermeld: (N. 188): Sepulture van d'heer Bartholomeus Pluvier, fs Pieter, schepen deser stede ende port van Nieuport ende keyser der edele gulde van St Joris der voorseyde stede,... 1699. | |
[pagina 179]
| |
9. De Doornekroon (Rederijkersgilde).Het gezelschap van de Doornekroon schreef reeds in 1443 ‘prisen van esbatemente’ uit en werd in 1492 een erkende kamer van Rhetorica, gedoopt door de hoofdkamer De Fonteine van Gent. De gilde was verbonden aan den Nood Gods en voerde als blazoen: JHS (Jesus) FERT bij een doornekroon (= Jesus fert spineam coronam: Jesus draagt een doornekroon), benevens de kenspreuk: Van vroescepe dinne.Ga naar voetnoot(1) Er is ons een stuk van een koperen grafzerk bewaard gebleven, tegenwoordig ingemetseld in de linkere dwarsbeuk van de O.L. Vrouwkerk; het draagt duidelijk het blazoen van de Doornekroon, zooals de afbeelding hierboven laat zien. Daaronder staat op een rol: vâ willê van screvê die starf ao XVc XL. den... (1540). Hier staan we waarschijnlijk voor het grafschrift van een gildebroeder van de Doornekroon. Bij de Beaucourt is er geen afschrift van opgeteekend. De Red erijkersgilde is anders in vele grafschriften vermeld, o.m. op een zerk die nu bewaard is, doch buiten de kerk ligt, nevens den alleenstaanden pijler, overblijfsel van de vierde beuk. Wij vinden er de kenspreuk der gilde in vernoemd. | |
[pagina 180]
| |
(N. 276): Grafplaets van Jacobus De Waele, ghebooren tot Nieupoort... in syn leven Dischmeester ende Rymbestierder der Rederycke const van vroegschepe dinne deser stede, overl... 1713. Een ander (N. 284) laat ons een ‘Kooninck van de Retoricke gilde’ kennen in den persoon van Jan De Bette, overleden in 1697. Het past dat wij ten slotte een opschrift aanhalen dat op ‘een marberen tafel’ gebeiteld stond, nl. datgene waarin vernoemd is: Heere Josephus Franciscus Rouzée, de man die in de jaren 1750-1772 al de grafschriften van onze parochiekerk heeft afgeschreven en ze ons daardoor bewaard heeft. Het opschrift (N. 29) zegt dat hij ‘t' synen tyde schepen, regierder van den disch ende gemeenen armen’ was en tevens ‘hooftman der rederycke gulde van Rhetorica...’. | |
Gildevaantjes.Het vaantje der Sint-Jansgilde.Dit vaantje hierboven bl. 172 afgebeeld, is een kopersnede uit de 18e eeuw; het staat beschreven in het werk van Em. H. Van Heurck, Les Drapelets de Pèlerinage, bl. 344 (Antwerpen 1922). Is het een gildevaantje of een vaantje uitgedeeld aan de deelnemers van de Sint-Jansprocessie? Een afdruk van dit vaantje bevond zich in het Museum te Dixmude. Bij een bezoek stond de heer Glorie het bereidwillig af aan 't Museum van Nieuwpoort. De afdruk is een negatieve lithographie van de kopersnede. De vaardige hánd van den heer L. Vanhille leverde de rechte teekening van onze afbeelding. | |
Het vaantje der H. Kruisgilde.De kopersnede van dit vaantje is bewaard op het archief van NieuwpoortGa naar voetnoot(1). De afbeelding (buiten tekst, | |
[pagina 181]
| |
op omtrent halve groote) is door den heer L. Vanhille getrouw nageteekend van een afdruk, dien Dr Desnick mij vriendelijk heeft afgestaan. C. Denorme. |
|