De Lesse van den Driehoek.
Een scheethoekten driehoek was aan 't einde van zijn levensweg gekomen.
- Ach, wat was de wereld toch vol hoeken! zei de driehoek tot den cirkel dien hij ontmoette. ‘Ik liep overal tegen en 't liep allemaal tegen mij. De wereld! de wereld! 't is al hoek en kant, zeg ik u!
- Gij zijt daarom ook een scheef hoekten driehoek! zei de cirkel die zijn volk kende.
- Hoe zoo? Gelooft ge dat het mijn schuld is dat ik overal tegengeloopen heb? vroeg de scheefhoekten driehoek die lijk ineens begon klaar te zien.
- Maar natuurlijk, glimlachte de cirkel, want de wereld is maar hoekig voor die het zelf zijn.
Peter.
- Van een dommerik zingt men:
En hebt g' hem niet gezien,
't Kalf van Moyses, 't kalf van Moyses.
En hebt g' hem niet gezien,
't Kalf van Moyses zonder knien.
Stalhille.
- Om een man te krijgen:
Onze Lieve Vrouwe van Halle
Verleen me toch de trouwe,
'k Hê' zulke schoone gedraaide beên
En 'k en krijge algelijk nog geen.
Roeselare.