Der Grosse Herder, Bd. XII (Unterführung - Zz). - Freiburg im Breisgau, Herder, 1935; in kalfleder RM. 34.50 (min 25%).
Het twaalfde en laatste deel van de Duitsche Encyclopaedie is zijn voorgangers (vgl. Biekorf 1935, blz. 286 en voorg.) ten volle waardig. Het wil handelen ‘de omni re scibili’, over alles wat kan geweten worden, en iedereen kan er ook zijn gading in vinden. Men zal er immer tallooze bijdragen kunnen raadplegen over de meest verschillende onderwerpen. Is het echter een vergissing aan te nemen dat, bij dit laatste deel, gebrek aan ruimte de oorzaak was een paar spijtige weglatingen? Hoe anders verklaard dat een rechtgeleerde en een socioloog met wereldberoemdheid zooals L.A. Warnkoenig en E. Waxweiler niet eens vermeld werden?
Bij het bespreken van dit boekdeel past het wel een terugblik te werpen op het geheel van deze ontzaglijke onderneming welke op een 10.090 blz., een honderdduizendtal trefwoorden heeft ondergebracht. Onnauwkeurigheden en weglatingen waren hierbij onvermijdelijk; wat echter opvalt bij het peilen in den G.H., is hun gering aantal. Behoudens deze weinige uitzonderingen, is de behandeling van de stof voorbeeldig, d.i. tegelijk wetenschappelijk en algemeen verstaanbaar.
Even voorbeeldig wellicht is de technische uitvoering van het werk. Goedgekozen afbeeldingen - er zijn er een 20.000 - luisteren het op. Een afzonderlijke vermelding verdient de Atlas-band die op zoo'n welgelukte manier de landkaart en het diagram verbonden heeft, en waarmede zich tot hiertoe, wat betreft economische aardrijkskunde, zeer weinig uitgaven hebben kunnen meten.
Vermelden wij tenslotte dat geheel de G.H. opgevat is naar éénzelfde beginsel, de christelijke wereldbeschouwing. Hij is aldus, dank aan vijf jaar bewonderenswaardige werking van zijn uitgevers, opgegroeid tot de christelijke encyclopaedie van wetenschap en leven.
J.-A.V.H.