Geneesmiddelen tegen de pest.
In 1580 heerschte de ‘haestighe zieckte’ te Opwijk (Brabant) en omstreken. In een sterfhuisrekening van dien tijd vinden we, herhaalde malen, de volgende aankoopen van geneesmiddelen opgeteekend:
‘Betaelt te Dendermonde van corosyne, groene salve, swertte rot salve, solferaen van oerden, sinne poer, wieroock ende dryakelom, tsamen om 5 schell. gr.’ (Eigen Schoon en De Brabander, XVIII (1935), bl. 284).
De juiste lezing is blijkbaar ‘...van corosyve groene salve,...’.
Corrosijf, corosijf, van lat. corrosivus is: uitbijtend, bijtend, vooral van geneesmiddelen gebruikt. Ook in het Lat. komt de uitdrukking medicamenta corrosiva voor. Kiliaen zegt: Corrosijf i.e. septicus, putrefaciendi sive erodendi vim habens, depascens, exedens et absumens, vulgo corrosivus. In een Hs. van Lanfranc's Chirurgie staat het woord corosijf aan den kant geschreven nevens ‘Egipsiacum salve’. Verdam, Mnl. Wdb. i.v.
Rotsalve: anders ook rottesalve, rattesalve; staat nevens ndl. ratten-, rottenkruid: benaming van een vergif, lat. arsenicum. Een andere nog in 't Wvl. levende benaming is Regaal, ragaal (mnl. regael): roode zwavelarsenik, vergif uit arsenik en sulfer, ook ‘vergif’ in het algemeen (De Bo). - Rotsalve is hier dus een zalf, bereid met rottenkruid ofte regaal. Vgl. Verdam v. rattenkruid en regael.
Solferaen van oerden, een soort saffraan, ook ‘sufferaen van oort, sofferaen van orten’ genaamd. Vgl. Biekorf 1933, bl. 310.
Sinnepoer, ook senepoer geschreven in de vermelde rekening, is alleszins geen ‘poudre de sympathie’! maar eenvoudig