beeldhouwers en schilders uit de 15e eeuw, aan zijn uitgave toevoegt.
In de toemaat ‘leekebijdragen’ tot de geschiedenis der Brusselsche Kamers van Rhetorica en van Brusselsche dichters uit de 15e eeuw, zullen vele van onze Lezers belang stellen.
Dit werk brengt alleszins nieuwe beschouwingen gesteund op een menigte oorspronkelijke bewijsstukken; het is met veel zorg uitgegeven.
Eén opmerking, betreffende Damme. Schr. zegt op bl. 19: ‘Godevaart de Bosscher [bouwmeester te Brussel] bouwt de. hallen te Damme...’ Die zg. ‘hallen’ zijn eigenlijk het stadhuis ofte ‘scepenhuus’; Godevaart heeft, in samenwerking met Jacob Quaetwand, een ‘oncostelyc’ plan daarvoor opgemaakt: dit werd door de schepenen aanvaard. Bij de aanbesteding werd het metselwerk genomen door Willem de Bosscher, zoon van Godevaart. (Biekorf 1935, bl. 191).
V.
- A. Verbouwe. Onze eerste Spoorwegen. In-8, 8 bl. tekst en 6 bl. prenten (Overdruk uit Eigen Schoon en De Brabander, 1935). Te verkrijgen bij den Schrijver, Theodorstraat, 46, Jette (bij Brussel) = Fr. 5.
Een beschrijving van het ‘eerste convooi’ van Brussel op Mechelen, ingehuldigd op 5 Mei 1835, en van 't bedrijf op de andere eerste spoorwegen. Met de bewogen tegenkomsten van locomotief en reizigers, ten deele volgens gelijktijdige reisverhalen. Zeer belangwekkende en pittige in houd. Merkweerdige afbeeldingen van de eerste ‘staties’ en een paar kostelijke spotprenten op den heldenmoed der reizigers en de werkloosheid der diligentie-peerden.