† God wille de ziele van eerw. heer Alfons Dassonville overleden te Kortrijk den 18 Januari en van eerw. heer Emiel Frutsaert overleden te Brugge den 8 Januari 1936.
E.H. Alfons Dassonville (geb. te Heule in 1860) werkte aan Biekorf mede vanaf den eersten jaargang (1890); zijn verblijf te Madrid in de jaren 1900-1906 onderbrak tijdelijk zijn geleerde bijdragen. Vanaf 1908 levert Adzo weerom zijn diepgrondige ontleding van plaatsnamen en geslachtsnamen; na den oorlog was hij seffens weer veerdig aan 't werk en ‘zendt naar Biekorf’ tot in 1931: 't en ging nu niet langer meer om op te stellen, doch de geest bleef wakker en schrander tot den laatsten dag, en 't herte Biekorf genegen tot den laatsten slag.
Alfons Dassonville was een ware meester in de taalgeleerdheid. Hij was een ‘man voor Leuven’; met hem zou de Germaansche Taalkunde aan de Hoogeschool hare lichte krachten ten minste onder één grooten naam hebben kunnen dekken. Het zijn geen wetenschappelijke beschouwingen die der Alma Mater dezen roem hebben onthouden.
‘Ge moogt, na mijn dood, zeggen dat ik, door allerlei omstandigheden, mijn volle maat niet heb kunnen geven’. Zoo zei ons eens de dierbare Overledene, en geen bitterheid lag in zijn woorden, maar blijmoedige berusting: hij was een eenvoudig en oprecht man. De geleerdheid doofde in hem de diepe levenswijsheid niet; zij bloeide samen met een nederig gemoed, een ongekunstelde vroomheid, een priesterlijke hulpveerdigheid.
Treffend heeft Z. Eerw. Heer Kan. Deken Camerlynck de verdoken grootheid van den Overledene op diens uitvaart in 't licht gesteld. De bewondering en genegenheid door den gewijden Redenaar uitgesproken, zijn de gevoelens waarmee al de Lezers van Biekorf de nagedachtenis van dien grooten, trouwen Medewerker zullen bewaren.
E.H. Emiel Frutsaert (geb. te Oostende in 1878) stond in zijn volle werkkracht toen hij, vijf jaar geleden, aan Biekorf begon mede te werken. Het bedroeft ons zeer dat het de on voorzien lijke ‘elfde ure’ van zijn verdienstelijk leven en en taaie werkzaamheid geweest is. Biekorf heeft in korten tijd veel van hem gekregen; de zoo geleerde, grondig bewerkte bijdragen over de geschiedenis en de voorgeschiedenis van den