Stampkarre: een taalvonke.
Goedeltje L. van Ieper, een jaar of acht oud, had een trottinette of scooter gekregen. Het kind kende noch den leelijken Franschen noch den Engelschen naam van zijn nieuw speelding en 't sprak algauw van zijn ‘stampkarre’.
En waarom niet? We kennen immers ‘steekkarre’ en ‘trekkarre’ en met al ons verstand en zouden we Goedeltje's prachtige vondst niet gedaan hebben.
V. De Bijser. Ieper.