Biekorf. Jaargang 41
(1935)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdZonneZonne, zonne,
mijn ziele verschiet,
als z' in 't Oosten
uw oogstralen ziet!
Zonne, zonne,
mijn herte is ontroerd,
als g' in dat herte
Gods heerlijkheid voert,
en ik, onweerdig,
nog nen dag
alom in die heerlijkheid
wandelen mag!...
........
Ga 'k langst den akker, ga 'k langst de weiden,
't minste kruid
verblijdt mijn ziele!
Voele ik den wind die steekt of streelt,
't gewaai van den wind
bedaart mijn ziele!
Kijke ik omhooge en op naar God,
't gedacht van God
verheft mijn ziele,
drijft ze... drijft ze... boven de wereld,
naar 't onmetelijk onbestaaktzijn,
daar waar hemel en zonne,
daar waar wind, waar akker en weide,
daar waar mensch en al dat leeft hier
uitgebeeld staat
in Gods almacht!
| |
[pagina 246]
| |
Welgekomen!Ga naar voetnoot(1)Welgekomen uit
't zomerland!
Waar de Paus, met
zegenend hand,
over uw hoofd Gods
kruise sloeg,
en met dat kruis,
voor u, voor thuis,
voor al, Gods hemelsche
gunsten vroeg!
Welgekomen in
't vaderland!
Waar den heiligen
huwelijksband
u voor goed ver-
eenigd heeft
Betrouwt op God,
bewaart 't genot
dat liefde steunt, en
vrede u geeft!
Ja welgekomen!
| |
KruisenGa naar voetnoot(2)De wereld is vol
kruisen - en
den tijd dat ik op de wereld ben,
hoorde ik menig
herte klagen,
al zijn bitter kruise dragen.
| |
[pagina 247]
| |
Maar dees kruisen
vallen u licht!
glans van zorge en burgerplicht,
huldeblijk,
sleuters van Gods hemelrijk!
't Straal naar boven:
God voor doel;
't straal naar onder: 's werelds gewoel;
links: de kommer
van ons leven;
rechts: 't geluk door God gegeven.
O 't zijn kruisen
die gegeerd zijn!
die vereeren en 't dragen weerd zijn!
puik sieraad van
blij bedied,
altijd zingend koningslied!
Zonder last en
zonder klagen,
zal uw hert die kruisen dragen,
want ge leeft, ge
blinkt er in,
gij, met gansch uw huisgezin.
Kortrijk, Verruelaan, 39 A. Mervillie. |
|