Biekorf. Jaargang 41
(1935)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDodoens over vinkkoorde of maagdenkruidIN verband met het betoog van J.D.W. over Vinkkoorden (hierboven bl. 105) is het belangwekkend te vernemen wat Dodoens over het betrokken kruid in zijn meesterlijk kruidboekGa naar voetnoot(1) geschreven heeft. | |
Van Vincoorde oft Maegden cruyt, Maegdepalme genaemt.In de hoven van dese landen vintmen twee soorten van Maegdencruyt, diemen anders Vincoorde oft Maegdepalm noemt. | |
[pagina 165]
| |
Buglosse oft OssentongeGa naar voetnoot(1) wat ghelijck, maer grooter ende lieffelijcker, van verwen meest blaeuw, somtijts wit, selden root, geenen oft seer cleynen reuck hebbende: de Wortelen en sijn anders niet dan bijster dunne veeselingen,... ***
Betreffende de Vinkkoorde als heksen- en duivelwerend middel, zie Is. Teirlinck's Flora Magica (vooral blz. 334) en Flora Diabolica (blz. 250)Ga naar voetnoot(4). Daar leeren wij dat in 't Fransch dit kruid ook genaamd wordt: Herbe à la Sorcière en Violette des Sorciers.
***
Een algemeen op vochtige, grazige plaatsen of boschgrond en in duinpannen voorkomende plant Ajuga reptans, van de familie der lipbloemigen en verwant met het brunellekruid, wordt bij DodoensGa naar voetnoot(5) beschreven onder den titel van ‘Senegroen oft Ingroen, anders Bugula genaemt’ (Fr. bugle). In de Nederlandsche flora heet zij eveneens Zenegroen. Deze benaming, beteekenende immergroen, is eigenaardig omdat de gemeene Ajuga niet in de minste mate dezen naam verdient. Jozef De Langhe. |
|