Biekorf. Jaargang 41
(1935)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
Het oude zwijn.WANNEER we de ommeloopers der 16e en 17e E. der parochies van Westkapelle en Sint Anna ter Muiden en der wateringen van Greveninge en Groot Reigarsvliet overloopen, dan kunnen we licht verward geraken in de verschillende waterloopen die Zwijn, Zwene, Oude Zwijn genaamd worden. Het is nochtans voor de geschiedkundige topographie en de toponymie der streek van het grootste belang deze verschillende waterloopen uit elkaar te houden. Dit is, wegens de groote veranderingen die de streek in de loop der tijden heeft ondergaan, niet altijd gemakkelijk en vergt een nauwgezet onderzoek van de oude kaarten, oorkonden en huidige topografische gegevens. Aldus zijn er twee waterloopen die van oudsher Oude Zwijn genaamd worden: ten eerste het kanaal dat Brugge verbond met de zee, en ten tweede de krinkelende watergang in den Greveningspolder, voormalig gescheed van Westkapelle en Sint Anna ter Muiden. Wij zullen in deze bijdrage alleen over deze laatsten watergang handelen. Vermeldingen. 1. - Dischommelooper van Westkapelle van 1553 (parochiaal archief): ‘10e Begin van Greveninge: ... streckende metten oosthende upden waterganck ofte Ztoene...’ 2. - Ommelooper der Wateringe van Greveninge van 1602 (Staatsarchief Brugge, Fonds Jonckheere, nr 3655): ‘10e Beg. Grev.: ... een ander ader ende thoude swin ande noortoostzyde. 13e Beg. Grev.: ... tusschen mijn hre van querques wtwech (= huidige Marrouxdreve) ande noortwestze een ander adere ende thoude swin beede ande suutoostzyde.’ 3. - Ommelooper van Westkapelle van 1674 (Staatsarchief Brugge, aanwinst nr 3590): ‘10e Beg. Grev.: ... toude swin ande noordoostsyde. 18e Beg. Grev.: ... toude swim ande noortoostsyde.’ | |
[pagina 39]
| |
4. - Register der renten der abdij van Sint Kwintens ten Eilande in Vermandois, 1680 (Staatsarchief Brugge, kerkelijk archief nr 416): ouden oostdycqGa naar voetnoot(1)... tirant avecq le bout de oost au russeau dit zwin conter la dixme du cure de St Anne ter muyde. Besluit. Wanneer wij op de wateringkaart den bovenvermelden watergang opzoeken, dan vinden wij hem krinkelend tusschen het 8e, 10e, 13e en 28e begin van Greveninge eenerzijds en het 28e begin van 's Heer Baselishoek en het 3e, 7e, 21e, 20e, 18e en 33e begin van Greveninge anderzijds. Deze waterloop ligt dus gansch in de watering van Greveninge, begint aan den Blooloozendijk en loopt zeer krom en krinkelend naar de Groote Geule van Reigarsvliet. Het stuk van deze Geule, waarin dit Oude Zwijn vroeger uitmondde, werd door de Spanjaarden verdonkerdGa naar voetnoot(2). Het noordelijk gedeelte van dezen waterloop wordt thans Vuile Vaart genaamd. Het lijdt geen twijfel dat wij hier te doen hebben met een oude, breede kreek in het voormalige schorrenland, dat reeds in de 13e eeuw door het aanleggen van den Greveningedijk is ingepolderd geworden. Op het nieuwe polderland ontstond er een parochie, Sint Anna ter Muiden, begrensd eenerzijds door den Greveningedijk en anderzijds door het vermelde Oude Zwijn. Deze Waterloop vormde tot in 1652 de natuurlijke grens tusschen Westkapelle en Sint Anna ter Muiden, zooals de ommeloopers (Greveninge 1602, Sint Anna 1573-77) het ons leeren.Ga naar voetnoot(3) Het Schapersgat is de plaats waar het oude Zwijn of Vuile Vaart door den Greveningedijk loopt. Gat be- | |
[pagina 40]
| |
teekent hier sluis. Door het aanleggen van de lijn van Cantelmo door de Spanjaarden in 1641 werd er een stuk van het Oude Zwijn afgesneden en gedeeltelijk verdonkerd. Achter de lijn werd het Oude Zwijn recht getrokken. Oorspronkelijk werd deze natuurlijke waterloop gebruikt voor de afwatering der watering van Greveninge en van een deel van Groot Reigarsvliet in de Groote Geule van Reigarsvliet. Later toen het Nieuwe Zwijn (huidige Hoekevaart) gebruikt werd voor de afwatering van Groot Reigarsvliet, werd ook het Oude Zwijn bij middel van een watergang en sluis in verbinding met dit Nieuwe Zwijn gesteld. Deze watergang, genaamd hoostwatergang van Greveninge en Groot-Reigarsvliet (hoosten = afwateren) ligt tusschen het 6e en 7e begin van Grev. eenerzijds en het 5e en 21e begin van Grev. anderzijds, en loopt vervolgens aan den noordkant van den Greveningedijk, tot aan het oude sluizeken aan het Nieuwe Zwijn. Deze sluis vinden we op verschillende plaatsen vermeld, zooals b.v. in 't 3e Begin Grev.: ‘tgat daer de oude sluyse plach te liggen van reygarsvliet’. (Omm. Westk. 1674). Nauwkeurige ligging van deze sluis: Z.O. hoek van den Hoogen Bilk (= nr 480 kadastr. Sectie D Westkapelle). Zij mag dus niet verward worden met de 200 m. vandaar verwijderde, jongere Zwarte Sluis, ter plaatse waar het Nieuwe Zwijn door den Greveningedijk loopt. Deze hoostwatergang wordt op verschillende plaatsen hooftwatergang geschreven. Dat berust zonder twijfel op verkeerde lezing van voorgaande bronnen. Immers de oudere bronnen, zooals b.v. de Ommelooper van Sint Anne (1573-77) en deze van Greveninge (1602) schrijven steeds zeer duidelijk: hoostwatergang. Wij zullen de verschillende teksten hier niet vermelden. Wij zien dus dat de studie van het vroegere afwateringsstelsel der polders van het Noorden tot belangwekkende bevindingen leidt, die van groot nut zijn voor de geschiedenis en de toponymie dezer streek.
Jozef De Langhe. |
|