Biekorf. Jaargang 40
(1934)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd5. Diepten en aard van den zeebodem rond Ouessant en het Ile de Seins (ingang tot het Kanaal).X. 20. Item buiten het Ile de Seins zal men een diepte vinden van 55 vadem, en komt daar bij nacht niet dichter bij, wegens den uitlooper van het eiland die ver in zee strekt. 21. Item een mijl en half westzuidwest van het Ile de Seins ligt er een rotsbank, waarop bij laag water 5 vadem water staat, en dicht bij het Ile de Seins is de diepte 50 vadem. 22. Item een schip dat zich bevindt op 4 mijlen ten | |
[pagina 135]
| |
zuiden van de Passage du Raz zal een diepte vinden van 64 vadem waar de grond slijkachtig is. 23. Item van het Ile de Seins tot Ouessant is het vaarwater 55 vadem diep en dicht bij Ouessant zal men 45 vadem diepte vinden en ver in zee van Ouessant weg zal men nog 45 vadem diepte vinden; daarom is het daar gevaarlijk op de diepte voort te gaan. 31. Item wie peilt tusschen Ouessant en het Ile de Seins zal grof rood zand vinden met kleine roode en zwarte steentjes daaronder. 32. Item wie peilt tegen Ouessant zal fijn wit zand vinden met schelpjes die wit zijn, en kleine langachtige dingskes lijk naalden, dan zal Ouessant ten N.O. van hem liggen; en zijn het al kleine langachtige dingskes lijk naalden die ge vindt, dan zal Ouessant oostwaarts van U liggen. 33. Item vindt gij wit zand en witte tamelijk groote schelpjes, zoo zal Ouessant ten Z.O. van U liggen 34. Item zijt gij niet zeer zeker van deze gronden, ga noordwaarts; en vindt gij een grooter diepte, zoo zijt gij op weg naar het Ile de Seins en wordt het droger (wordt de diepte kleiner), zoo zijt ge in het Kanaal ten N. van Ouessant 6. Tijen tusschen Maas en Zwin en Invaart van het Zwin. XI. 33. Item voor de Maas is het hoogwater wanneer de maan ten uitersten Oosten zit. 34. Item de kust van Zeeland ligt van het Z.W. naar het N.O., en daar is het hoogwater wanneer de maan O.N.O. zit. 35. Item de kust van Vlaanderen ligt van het W.Z.W. naar het O.N.O., en daar is het hoogste water bij het land wanneer de maan in het Z. en N. zit, en buiten de zandbanken wanneer de maan in Z.W. en N.O. zit. 36. Item wilt gij het Zwin binnenlaveeren tegen den wind, dan moet ge een achterebbe en een voorvloed nemen. 37. Item, als gij wilt binnenzeilen in de geul van Heist, moet ge den vuurtoren van Heist die bij den molen staat, brengen tegenover het koor van de kerk | |
[pagina 136]
| |
van Heist: zoo zult ge de geul op de beste plaats binnenzeilen en blijft ge nog ver van de buitenste zandbanken en moogt ge O.N.O. varen naar de Wielingen. 38. Item, indien gij de geul van Knokke wilt binnenzeilen, zoo moet ge (den toren van) Westkapelle brengen nevens de St. Katrijnekerk van Knokke, en zoo zeilt ge de geul op de beste plaats binnen. 39. Item de toren van St. Katrijne is de naaste toren bij het water dat naar Sluis gaat; de andere toren (Westkapelle) staat landwaarts in, daarnaast staat Heist, daarna Blankenberge die een stompe toren is, daarna Oostende waar drie torens staan. XI. 35. Item alle Vlamierenssyden strecket westsutwest unde V ostnortost, unde dar maket dat hogeste water an dat land en suden mane unde en oorden, unde buten banckes sudwest ende nortost. | |
7. Door het Kattegat, de groote Belt naar Warnemünde (Baltische zee, kust van Mecklenburg).XII. 6. Item, als gij de zandbank van Skagen zult voorbiigevaren zijn, en ge op 14 vadem diepte zachten grond vindt, ga zuidwaarts en geen anderen koers, zoolang als het eiland Loeso ten noordoosten van u ligt, ga dan zuidoostwaarts en werp het lood totdat gij een diepte vindt van 10 vadem, volg verder de kust van Jutland zuidzuidwestwaarts naar Hjelm, en verder zuidwaarts naar de bank van Wedersreff, als gij een diepte van 7 vademen zult hebben, en niet min, daar ligt een diep water tusschen; wanneer de O (?) van het eiland | |
[pagina 137]
| |
Veiröe W.N.W. van u ligt, ga zuidzuidwestwaarts zoolang ge Kallundborg kunt zien, ga dan van het zuiden naar het oosten naar het eiland Romsoe en voort in dezelfde richting naar het eiland Sprogoe. Wanneer dit eiland dwarsscheeps van u ligt en gij op 13 vadem diepte zachten grond vindt, ziet ge de eilanden Vresen; komt er niet dichter bij dan op een diepte van 7 vadem. Wanneer gij een diepte vindt van 16 of 20 vadem, houdt goed de loefzijde (t.t.z. laat u door den wind niet afdrijven) naar het eiland Langeland, en zuidwaarts tot aan het vasteland, en van daar zuidzuidwestwaarts; en als gij Vesternaes (op Laaland) voorbij zijt, ga O.Z.O., zoo komt gij voor de Warne (Warnemünde, voorhaven van Rostock). 8. Vaart door de Sund. XII. 11. Houd Helsingborg (Zweden) een kenning buiten het land, zoo en zult ge niet vastgeraken op de zandbank van Svineback. 12 a). En houd de kerk van Helsingör (Denemarken) en het bakhuis zoo, dat ge tusschen beide door kunt zien, zoo zult ge niet verongelukken aan de zandbank van Lappesand op een diepte van 7 vadem, en ge zult er niet opvaren. 12 b). Wacht u voor de zandbank van Lappesand, er staat een toren aan het zuidoosteinde van Helsingör, houd hem bedekt met het kasteel (slot), en zoo zult ge op de zandbank niet varen. |
|