Biekorf. Jaargang 39
(1933)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet oude bed van de reie blootgelegd.SEDERT eenige weken zijn ze aan 't bouwen in den hof van het Sint-Janshospitaal te Brugge. Bij het diepe graafwerk voor nieuwe grondvesten ontdekte men een vroegeren waterloop van omtrent vier meter breedte. De bedding loopt tusschen twee kaaimuren in de richting Z.Z.W. - N.N.O. en is met aarde en steengruis opgevuld. Daarrond waren te allen kante houten palen in den grond geheid waarop de grondvesten van het gesloopte gebouw rustten. De grondvesten van de kaaien zijn gemetseld uit groote baksteenen of moefen die meestal 30 cm. lang, 14 cm. breed en 7 cm. hoog zijnGa naar voetnoot(1). Deze waterloop was vroegertijds de voortzetting van de Reie die, uit het Minnewater vloeiend, recht doorliep naar den Dyver aan de GruuthuzebrugGa naar voetnoot(2). Heden | |
[pagina 295]
| |
ten dage beschrijft de Reie, die vanuit het Minnewater in Noordelijke richting stroomt, juist voorbij de brug van den Nieuwen Meersch een scherpe bocht naar het Oosten; tusschen de Mariabrug en de Groeningebrug krijgt ze een nieuwen wrong en vloeit Noordwaarts door het park van Gruuthuze om dan verder langs den Dyver opnieuw Oostwaarts te stroomen. Het is bekend dat de O.L. Vrouwkerk vroeger moest liggen buiten de omheining van de oude stad, die door de Reie afgepaald was. Later werd de O.L. Vrouwkerk binnen de stad gebracht door het verleggen van de ReieGa naar voetnoot(1). Dank zij de ontdekking van het oude bed, kunnen we nu den ouden loop van de Reie bepalen. De oude Reie liep Noordwaarts uit het Minnewater; juist voorbij de brug van den Nieuwen. Meersch vertakte zij in twee vaarten: de eene liep rechtdoor aan de Noordzijde van de O.L. Vrouwkerk en langs de Gruuthuzestraat naar den Dyver; de andere tak (de huidige Reie) liep Oostwaarts onder de Mariabrug, de Groeningebrug door den hof der abdij van den Eekhoutte, om dan Noordwaarts te stroomen (het vroegere Pandreitje) en aan de Rozenhoedkaai in den Dyver uit te monden. Om de O.L. Vrouwkerk binnen de stad te brengen, heeft men een verbindingsvaart gegraven tusschen de vertakking van de Reie die door den Eekhoutte liep en de andere vertakking: 't is deze nieuwe vaart die nu door den hof van Gruuthuze loopt. Wanneer is deze verbinding gegraven geweest? We weten het niet. In 1128 lag de O.L. Vrouwkerk nog buiten de stad. Immers in April 1 128 had de bisschop van Noyon de stad Brugge, samen met de andere aanhangers van den nieuwen graaf Diederik van Elzaten, met interdict geslagen. De Brugsche geestelijken droegen de kruisen en de relieken uit hunne kerken naar de O.L. Vrouwkerk (die buiten het stadsgebied lag en aldus | |
[pagina 296]
| |
niet door het interdict getroffen was) en spraken er den ban uit over de aanhangers van graaf Willem, den mededinger van graaf DiederikGa naar voetnoot(1). Het is ons evenmin bekend wanneer het oude bed van de Reie gedempt werd. Op het einde van de 13e eeuw is er in de oorkonden geen spoor meer van te vindenGa naar voetnoot(2). Jos. De Smet. |
|