Biekorf. Jaargang 39
(1933)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 232]
| |
Kalverkeete - Reigaarsvliet.Twee hoven of heerlijkheden hebben in de wording van de eerste polderlanden op den linkeroever van 't Zwijn een belangrijke rol gespeeld. 't Zijn de heerlijkheden van Kalverkeete en van Reigaarsvliet. Het is alsdan zeer gewichtig voor de oudste geschienis van 't Noorden beider ligging te kennen. De studie der schaarse oorkonden samen met het plaatskundig onderzoek hebben ons deze ligging doen vinden. Het Hof ter Kalverkeete tot Westkapelle was een uitgestrekte en machtige heerlijkheid die 340 gemeten lands (38 leenmannen) in eigendom had en een vierschare met volledige rechtspraak over gansch Westkapelle bezatGa naar voetnoot(1). Wordt reeds vermeld in 1184: Kalverte. Andere oudste vormen zijn: Kalverkete, Calverketa, enz.Ga naar voetnoot(2). In de ommeloopers van disch en wateringe der 16e en 17e eeuw vinden we: hove te Calvekeete (1553), thof der calverkeete (1674), tgoet te Calverkeete (1706). Een hofstede de Kalverkeete is hedendaags bij 't volk en op de kadastrale plans onbekend. De naam leeft alleen nog voort in Kalverkeedijk of Kalverkeetedijk (ook Kalverkeerdijk). Deze dijk is de voortzetting, op het grondgebied van Heist en Westkapelle, van den Evenedijk en wordt aan de Schaapbrugge (Schapenbrugge = brug over de Zwijnevaart te Westkapelle) voortgezet door den Greveningedijk. De ligging wordt door volgende oorkonden aangewezen: 1) Dischommelooper van 1527Ga naar voetnoot(3): ‘38 gemeten | |
[pagina 233]
| |
lands met de huizen en de boomen er op staande, zijnde 't Hof van Calverkeete, daar Frans Langespeye op woont, ter parochie van Westcappelle, noordoost van de kerke, in 't 17e en 18e begin van Grootreigaersvliet, in verscheidene perceelen, samen al tusschen den Heerweg en den Calverkeedijk, beide aan de noordoostzijde’. De heerweg, waarover hier sprake, is de huidige Sacramentstraat, de oude heerweg van Westkapelle naar Knokke al over den Kalverkeedijk. 2) Ommelooper van Westkapelle, gemaakt door Jan Messiaens, gezworen landmeter 's lands van den Vrijen in 1674 (gedeeltelijk in parochiaal en gemeentearchief): ‘Denselven ande suutsyde ende ant westeynde daeran hofe metten walle ende walgrachten genampt thof der Calverkeete’. In 't 18e begin van Groot Reigaarsvlietewateringe. 3) Atlas der eigendommen toebehoorende aen het Armbestuer Westcappelle 1863 (Gemeentearchief). Daarin wordt aangeduid een ‘hofstede genaemd de Kalverkeete’ liggende op kleinen afstand van de kalsijde van Westkapelle naar Schapenbrugge aan den noordkantGa naar voetnoot(1). Uit voorgaande teksten kunnen we besluiten dat het hof ter Kalverkeete gelegen is tusschen den ouden heerweg van Westkapelle naar Knokke (Sacramentstraat) en de Sluissche kalsijde, in het 18e begin der wateringe van Groot Reigaarsvliet. Het is de huidige hofstede met de kadastrale ligging: Sectie E nr 221. Rond deze hofstede zijn de oude walgrachten nog goed te herkennen. De bouw wijkt niet af van het oude type der streek: langgebouw met stallingen en woonhuis dat bestaat uit twee ruime opeenvolgende woonkamers en een groote voutekamer. Het gebouw is zeer oud | |
[pagina 234]
| |
(niet jonger dan de 15e eeuw), de kamers zijn ruimer dan elders. Alles wijst er op dat we hier voor een oude heerenwoning staan, hetgeen ons besluit betreffende Kalverkeete bevestigt. Voor de geschiedenis der streek is volgend besluit gewichtig: De Kalverkeete is de hofstede die van oudsher den ouden polder uitbaat liggende in den hoek van den voormelden Kalverkeedijk en den BlooloozendijkGa naar voetnoot(1). In dezen polder (11e eeuw) ligt de bakermat van Westkapelle dieper ten Zuidwesten van de Kalverkeete. Dat de jonge polder op vele plaatsen drassig was, is zeer natuurlijk. Zijn naam Waasland is dus best begrijpelijk. Daarenboven wordt een polder door 't volk nog steeds genoemd naar de schorren en slikken die hem voorafgingen. De Plate op Knokke en Westkapelle is daarvan een sprekend bewijsGa naar voetnoot(2). De naam Waasland of Land ten WazeGa naar voetnoot(3) wijst dus nog niet noodzakelijk op een actueel drassig land. Daar werd door de monikken van St Kwintens ten Eilande op Oostkerke de kapelle ten Waze of Waaskapelle (Westkapelle) gebouwd. Tot de oudste pioniers van de wording der streek behooren alsdan de heeren van Kalverkeete. Beteekenis van den naam: kalverkeete beteekent kalverstal. Keete is stal (schaapkeete, duivenkeete). Op Oostkerke staat er een hofstede vermeld: de zaelkeete (Ommelooper van Westk. 1553). Het Hof van Reigaarsvliet eveneens tot Westkapelle bezat 129 gemeten en 60 roeden lands op Westkapelle en Sint Anne ter Muiden, 50 mannen waren aan den eigenaar leenplichtig en 133 leengebieden hingen van de heerlijkheid afGa naar voetnoot(4). | |
[pagina 235]
| |
De ligging kunnen we uit volgende oorkonden bepalen: 1) Dischommelooper van 1510: ‘den Hove van Reygaersvliet, ligghende oost vander kercke’. 2) In den voorgenoemden ommelooper van 1674 wordt het 26e Begin der wateringe van Groot Reigaarsvliet genoemd: ‘tbeloop daer dhofstede van reygarsvliet inne ligt.’ 3) De voorgenoemde Atlas der eigendommen van het Armbestuur (1863) duidt een groot stuk land (thans weide) aan, in hetzelfde 26e begin in den noordwesthoek van den Blooloozendijk en de Marrouxdreve (landweg die van den ouden heerweg naar Hoeke over den Blooloozendijk in den Greveningepolder liep)Ga naar voetnoot(1) genoemd: ‘'t hof van Reigaarsvliet’. Ons besluit is dus dat op pasvermelde weide vroeger het hof van Reigaarsvliet lag. Kadastrale ligging: Sectie D nr 208. Op deze plaats zijn de oude walgrachten van het hof nog gedeeltelijk overgebleven: twee evenwijdige lange putten op 40 m. van elkaar, die vroeger als vlasrootputten dienst deden (ook zoo de walgrachten der Kalverkeete). Over de slooping van het hof staat ons niets bekend. Het hof van Reigaarsvliet lag dus vlak achter den ouden Blooloozendijk met uitzicht op het schorren- en krekenland waar de Greveningepolder door het aanleggen van den Greveningedijk zou ontstaan. Wellicht ontleent de groote wateringe van Groot Reigaarsvliet haar naam aan de heerlijkheid van Reigaarsvliet. Ter plaatse vormt den Blooloozendijk de scheiding tusschen deze wateringe en de wateringe van Greveninge. We weten dat het middeleeuwsche visschersvlek Reigaarsvliet lag ten Zuiden van Knokke op den linkeroever van 't Zwijn. Best mogelijk is het, dat dit Reigaarsvliet de heerlijkheid van den zelfden naam omringde en dus lag achter den Blooloozendijk. | |
[pagina 236]
| |
Op den volksmond is Reigaarsvliet de naam van een groote hofstede in het 33e begin der wateringe van Greveninge, ten Noorden van den Greveningedijk, in den polder die door het aanleggen van den Gravejansdijk ingewonnen werd (Kad. ligging: Sectie C nr 155). De stukken van den ommelooper van 1674 die ons over deze hofstede hadden kunnen inlichten, zijn jammerlijk verloren. Hier hebben we in ieder geval niet het oude Reigaarsvliet, maar zonder twijfel een leen ervan uit den tijd van het aanleggen van den Gravejansdijk. In een volgende bijdrage zullen we de ligging van nog een paar heerlijkheden van minder belang opzoeken n.l. het hof ten Poele en het hof ter Zale op Westkapelle. Jozef De Langhe. |
|