De kleine steenen kapellekens, nissen in den hekstijl of boven de deur van hoeve en stal, wijzen weerom op het betrouwen in de hemelsche voorsprekers in geval van veeplaag, menschenziekte en brandgevaar.
Doch het zijn meest de steenen gebouwkens aan de kruisende wegen, midden in het veld of aan den zoom van de baan, die de aandacht trekken en aan het landschap zijn eigenaardigheid schenken.
Voorzeker zijn hier ook sommige oorspronkelijk uit persoonlijke devotie opgericht, maar vele zijn er gebouwd door toedoen van al de inwoners van het gehucht. Een besmettelijke ziekte die de omliggende dorpen teisterde, deed de inwoners van een dorp of gehucht samenkomen en, om het gevaar te ontwijken, stelden zij een Mariabeeld in eene nis en kwamen er bidden. Later, wanneer zij gespaard waren gebleven, bouwden zij uit dankbaarheid eene steenen kapel.
De houten of ijzeren kruisen die men meestal aan de grachten ziet, herdenken een ongeluk langs de baan; de vrome christelijke naastenliefde heeft er het kruis geplaatst en vraagt aan den voorbijganger een gebed voor de zielerust van den verongelukte.
Als de landman naar zijn akker gaat, zal hij niet nalaten eerbiedig het hoofd te ontblooten en een gebed te prevelen; de vrouwen bidden er een tientje van den paternoster en de kinderen die nog naar school gaan, lezen er hun drie Weesgegroetjes.
's Avonds wanneer de kinderen hunne ouders gaan halen die op het land werken, plukken zij onderweg de schoonste bloemkens om de traliën van het kapelleke te versieren, en 's zaterdags steken zij een kaarsje aan bij het beeld der Moeder Maagd.
Niet zelden ziet men, zelfs binst den nacht, geburen van een zieke naar het kapelleke gaan om daar te bidden voor het spoedig herstel of den zaligen dood van den kranke.
Het is een gewoonte, als een lijk naar de kerk gevoerd wordt, bij de kapellekens langs de baan stil te houden, daar een Onze Vader te bidden en met een weinig