Biekorf. Jaargang 39
(1933)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdVan het ‘Helighe Eylant’ en de Vlaamsche schippers in Engeland.(Vgl. Biek hierboven bl. 11 vlg.). HET Helighe Eylant waarvan sprake hierboven bl. 12, kan geen gemeens hebben met Holy Island in Anglesey bij Liverpool, want niemand zou er ooit aan denken, zelfs niet heden ten dage, Anglesey te plaatsen in Engeland. Iedereen weet dat het in Wales ligt en de lijn wordt steeds overal en te allen kante duidelijk getrokken tusschen Engeland en Wales. Nog nooit heb ik een zeeman ontmoet die Anglesey zou durven beschrijven als een deel van de Engelsche kust. Het is altijd: the Welsh coast. Er kan eigenlijk geen twijfel bestaan dat wij in Helighe Eylant werkelijk het Holy Island voorhanden hebben, dat ligt langs de zeekust van Northumberland. Het is het oude Lindisfarne, de wieg van het Christen Geloof in Engeland, aldaar geplant door de Keltische missionarissen uit Ierland en Schotland na den inval der Saksers. De puinen der aloude abdij van St. Cuthbert staan er nog. De Vlaamsche zeevaarder van omstreeks 1300 die zijn beklag deed bij den Graaf over de handelwijze van den Engelschen ‘Ruwaard’, noemt dezen laatsten bij name. Welnu, de familie der Grey's is een der oudste van Northumberland en de tegenwoordige titelvoerder is Burggraaf Grey van Falloden die ons in België wel bekend is als Engelsch minister van Buitenlandsche Zaken (dan Sir Edward Grey) bij het uitbreken van den oorlog in 1914. | |
[pagina 82]
| |
Falloden Hall, het goed der Grey's, ligt bij Alnwick, de vroegere hoofdstede van Northumberland, (niet ver van Holy Island), en waar het slot staat der Hertogen van Northumberland. - Terloops gezegd: de standaard dezer hertogen is de ‘Zwarte leeuw op het Gouden veld’ en op dit ontzaglijk middeleeuwsch slot van Alnwick wappert nog elken dag onze Vlaamsche strijdbanier. De ‘kerkers’ waarover onze Vlaamsche zeevaarders zich te beklagen hadden, zullen deze geweest zijn van Bamburgh Castle, een der machtigste kasteelen van Engeland die den bezoeker nu nog met bewondering en ontzag doen opzien. Bamburgh Castle staat op een rots langs de kust tegenover Holy Island en is zichtbaar vele kilometers in het ronde, een echt landmark voor de zeelieden. De Vlaamsche zeevaarders trokken gestadig naar Newcastle. De uitvoer naar de havens van Vlaanderen die vrij aanzienlijk was, staat opgeschreven in de tolrekeningen van Newcastle vóór de 14e eeuw. In de tijd der zeeschuimers zien wij de zeelieden van Raversijde (1411) gevangen en opgesloten te Hull, Grimsby en Scarborough. Terzelfder tijde mieken de Vlamingen zich aan piraterie plichtig en in 1404 bevond een zekere Coppin van Lombartzijde (is het dezelfde familie der Coppins vermeld in het stuk van omstreeks 1300?) zich onder diegene die het Engelsch schip ‘Godingrace’ van Whitby kaapten en plunderden. Een andere Coppin (Amand Coppin Gillis) van Raversijde moest in die zaak als getuige optredenGa naar voetnoot(1). Newcastle-on-Tyne. R.D. |