Biekorf. Jaargang 39
(1933)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdBreedene - Breeninge.DE oudste geschiedenis van het kustland is duister wegens gebrek aan oorkonden en wegens de aardrijkskundige wisselvalligheden. De zoogen. hulpwetenschappen kunnen hier dan ook allernuttigst werk verrichten. Vooral de aardkunde en de plaatsnaamkunde helpen ons om menig vraagstuk op te lossen. Wanneer we de aardkundige kaart van de gemeente BreedeneGa naar voetnoot(1) beschouwen, dan zien we dat een groot | |
[pagina 77]
| |
gedeelte van deze gemeente ligt op een insprong van de opperpolderklei in het oudere zoogen. Cardiumzand (dwz. zand met talrijke Cardiumschelpen) en de onderpolderklei. Deze opperpolderklei werd afgezet in een inham in deze hoogerliggende zandplaat. De indijking geschiedde in de XIIIe eeuw. Op deze zandplaat zijn, vóór den tijd der indijking der opperpolderkleischorren, talrijke dorpen van het kustland ontstaan: Knokke, Heist, Scarphout (het oude Blankenberghe)Ga naar voetnoot(1). Ook het oude WenduineGa naar voetnoot(2) en Breedene. We zien dan ook dat de huidige dorpskom van deze laatste gemeente ligt op den boord van de opperpolderklei (vette grond, vette bilken) en een smalle strook van het Cardiumzand (mager land) tusschen hooger genoemden inham en de diepe kreek die zich van Oostende tot aan Oudenburg uitstrekte. Wat beteekend de naam Breedene? We vinden: Bij K. de Flou (Topon. Wdb.): de territorio Bredenensi (1087); in villa Bredene (1115); apud Bredenam (1115); in villa Bredena (1154); Bredena (1178); Bredenee (1275); Bredene en soms Bredenee in XIIIe en XIVe eeuw. Volksmond: Brèdene en BrèningeGa naar voetnoot(3). Verschillende verklaringen kunnen er gegeven worden. We zullen ze even onderzoeken en dan onze eigene meening stellen. Eerste verklaring: de uitgang -ene is het bekende verzamelsuffix dat we in talrijke andere plaatsnamen aantreffen (Oekene, Wakken, Astene, enz.) en komt uit -ine (innjô). Breedene uit Bredine zou dan beteekenen: plaats die breed is. We verwerpen deze verklaring omdat we dat Bredine evenals Wackine, Astine enz. in de XIe eeuw nog gaaf zouden aantreffen, hetgeen niet het geval is. Tweede verklaring: de oudste vorm is niet Bredene | |
[pagina 78]
| |
(doffe eind-e) maar wel Bredenê of Bredenâ (lange, zuivere e en a). De verklaring luidt alsdan: Bredenê < Bredenâ = ten breeden a, plaats op de breede a, plaats op de breede kreek. Aldus zou Breedene behooren tot de kreeknamen van het kustland: Meunikerede (= ter meuniker ê, op de kreek van de monikken), Raversijde, Koksijde, LombartsijdeGa naar voetnoot(1), LammensvlietGa naar voetnoot(2), ReigaartsvlietGa naar voetnoot(3), enz. Breedene zou alsdan denzelfden uitgang hebben als Zieriksee (ter Zegerijks ee). Een taalkundige reden: ê is een vrouwelijk woord zoodanig dat we als plaatsdatief niet Bredenê maar Brederê en dus Bredere zouden hebben. Een topografische reden: Breedene ontstond op de boorden van een breede inspoeling van de zee, een slikkenland, later schorrenland, hetgeen nooit kreek of waterloop (â, ê) kon genoemd worden. De vormen Bredenee uit de XIVe eeuw zijn zonder twijfel fouten. Volgens bovenstaande verklaring kunnen we ook bezwaarlijk het adjectief Bredenensi (1087) verklaren: we zouden Bredenansi verwachten. Nu onze stelling: de uitgang -ene is niets anders dan een buigingsuitgang. De naam Breedene (< Bredene) is het zelfstandig gebruikte adjectief breed in den locatiefvorm (plaatsdatief). Dus: ten breedene = op de plaats langs het breede, het bloote, het wijde schorrenland. We moeten ook een verklaring geven van den eigenaardigen volksnaam: Breeninge, Brèninge. Alhoewel algemeen gebruikt vinden we dezen vorm nergens in de oorkonden. Hij ontstond blijkbaar als volgt: Brèninge < Brène < Brèdne < Brèdene onder de | |
[pagina t.o. 79]
| |
Het Natiehuis van Biscaaie te Brugge
(Domus Cantabrica) Gebouwd omstreeks 1550. Gravure uit Sanderus' Flandria Illustrata (17e eeuw). | |
[pagina 79]
| |
inwerking van den eenen of den anderen invloed (misschien een andere -ingenaam). De meeste volksnamen van de gemeenten zijn naast de officieele namen zeer regelmatig, bv. Aaiskappel naast Eggewaartskapelle, Ooienkerke naast Adinkerke, Smude naast Diksmuide, 't Regiment naast Retranchement, enz. Ook Breeninge komt uit Breedene: maar hoe? De algemeen gebruikte volksnaam van Wenduine is Wînduune: welke betrekking hebben dit wen- en wîn met elkaar?? Ook Meetkerke wordt steeds Meerkerke genoemdGa naar voetnoot(1). Wie weet er meer over? Jozef De Langhe. Den 19n, Oculi.
Men verbrandt de winterkwene. |
|