Biekorf. Jaargang 39
(1933)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHoe 't kind onttooverd werd.'t WAS 's nuchtends vroeg in Zomermaand dat drie vrouwmenschen in de Zakstrate te Nipkerke (Nieppe in Fr. Vl.) stonden te babbelenGa naar voetnoot(4). De eene droeg een klein kind in een grooten snuitdoek gedraaid, de andere had een | |
[pagina 21]
| |
paander mee en hield een bleuzend jongentje aan d'hand, de derde kwam uit den meersch, waar zij de koeien gemolken had, met twee vuile eemers melk aan heur jok. En 't swatelen begonste. - Dag Sylvie... Julie... Angèle. En hoe gaat 't al thuis? - Sylvie, ga-je ook naar Nipkerke om u te doen belezen? - Ja'k, Angèle, 't is juiste gepast, we kunnen te gare gaan! - Maar Sylvie, zei Julie de boerinne, wat scheelt er toch met uwen kleenen dat hij altijd alźoo bleet? - Och-heere ja! en dat is dag en nacht, juiste lijk de twee oudste die al dood zijn, en ze waren nog geen twaalf weken oud. Dat dutske toch! En 'k vreeze dat 't weere niet en zal gaan! 'k Ben al om medalies geweest naar YperGa naar voetnoot(1) en gaan dienen voor Sinte Gheleijn te ErquingehemGa naar voetnoot(2), maar dat en helpt al t'hoope niet. Misschien zal 't nu beteren met Sint Jansmesse. Angèle gaf een aaiske aan 't kindje en 't schreemde altijd voort dat 't een compassie was. - Ik ga naar de messe te negenen, zei Julie, 'k moete mij haasten om nog de beuter in gang te steken, want w'hebben juiste een keernwiel gezet en 'k moete 't meisen-hier nog een beetje daarbij helpen. Julie en heur meisen, die ondertusschen ook uit de weê gekomen was, gingen naar 't hof; de andere twee vrouwen gingen Nipkerkewaart en bij den draai van de Zakstrate, rechtover 't douanekotje, stonden ze, op de kalsij van Belle, voor een heelen hoop vrouwvolk met kinders mee, allen op hun zondagsche. In de kerke, voor en achter de missen, was dat een gedrum daar aan de communiebank, meestendeels | |
[pagina 22]
| |
vrouwen en kinders, en de pastor lei hun een voor een de stole op het hoofd en las Sint Jans evangelie. Dat is alzoo al jare te doen te Nipkerke, en van overouds, op Sint Jansmesse (24 Juni). Achter de messe ging Sylvie naar de sacristie, bij meneere de pastor, met heur kind dat maar altijd voort schreemde. - Luistert, zei de pastor, ge zult met ruize thuis zijn, of daar zal een oude vrouwe uit het gebuurte komen vragen hoe het gaat met 't kind. 't Is zij die het betooverd heeft. Ge moet ze bedreegen en dwingen het kind te onttooveren. Thuis gekomen vertelt Sylvie aan heuren man wat de pastor gezeid had. Seffens ging François een groot vier aansteken in den bakoven. En waarlijk: daar kwam een oude vrouw uit het gebuurte, een vuile hekse van een wijf, met heur tuiten uit een slunse van een mutse, met grijsde loensche oogen die diepe zaten lijk de pitjes in de eerappels. - Elk nen goen dag! hoe gaat het met den kleenen? schreemt hij nog altijd alzoo? François kwam toegeloopen, stekte 't wijf bij heur schoere en trok ze mee naar 't ovenbeur. - Als ge niet en ontdoet wat ge gedaan hebt, smijt ik u in 't vier! - Wat wilt ge toch van mij? Ik en heb niets gedaan? - Ge zult mijn kind onttooveren, of 'k zal u levend verbranden! - Och, als 't u-blieft... vergiffenisse! schreeuwde 't wijf en ze beefde lijk een popelierblad, 'k zal alles doen wat ge vraagt. De hekse ging weer in 't huis, waar de kleene hem lag te draaien en te wringen in zijn wiege, deed hem uit den bunsel en haalde uit dat arm kleen schepselke honderde en honderde spellen, die niemand ooit te voren gezien en hadGa naar voetnoot(1). | |
[pagina 23]
| |
- 't Is nu gedaan, zei ze, hij en zal niet meer schreemen. En ze liep zeere weg. Sedertdien en schreemde 't kind niet meer: het was en bleef gezond.
***
Dat geeft een gedacht van de talrijke histories van betooverde kinders die in de streke (Belle-Ambacht) verteld worden. 't Komt altijd daarop neer: de heksen, om de kinders te betooveren, geven hun suikergoed, of streelen met de hand over hun aangezicht, of kussen ze. Om de dutskes te verlossen moet ge naar den een of den anderen heiligen gaan dienen ofwel om raad naar meneere den pastor. [M.d.l.C.] |
|