De soete compagnie.
De ‘Eur. Mercurius’ van 1726, deel II, blz. 157, bericht het volgende:
‘Alzo de Zuyker - Rafineerders in de Oostenrykze Nederlanden, en voornamentlyk tot Antwerpen, niet in staat zyn om zo veel als men nodig heeft, te leeveren, en men geen Suyker meer uyt Holland wil trekken, was tot Antwerpen eene Maatschappy opgeregt, onder den naam van de Soete Compagnie, dewelke een schip van Ostende na de Indiën wil zenden, om suyker te halen, en in die stad te rafineeren, waar toe de Magistraat aan deselve een huys gegeeven heeft, zullende tot dat werk gestadig 80. persoonen worden gebruikt. Ook sprak men van 't maken van Zoutkeeten, en het Zout direct uyt Spanjen tot Ostende te doen komen, om het te Brussel te rafineeren, en voortaan niets uyt Zeeland te ontbieden, zo als men tot nu toe gewoon geweest was’.
Haarlem.
J.D.H. van Uden.