Biekorf. Jaargang 38

Mengelmaren

Begraven met Scilderie.

(Zie ‘Biekorf’ 1931, bl. 299, 331-334).

‘Op den 25. overleed binnen Brussel in den ouderdom van 59 jaren, de Heer Cottereau, Marquis d'Asche, Erf-Standaartdrager van 't Leenhof van Braband. Deszelfs lyk was tot Asche, twee uuren van Brussel, begraven; en alzo hy de laatste manspersoon van die familie was, alleenlyk twee dochters nalatende, droeg een Heraut der Wapenen het Wapen van die familie, en driemaal geroepen hebbende, of'er nog iemand van dat Huys overig was, en daar op geen antwoord krygende, wierp hy het op de doodkist in stukken, en het wierd met het lyk begraven’.

(‘Europische Mercurius’ van het jaar 1725, XXXVI. Stuk, II. Deel, bl. 138).

Medegedeeld door

J.D.H. van Uden,

Haarlem.

[p. 223]

Een Vrijdagsche Paternoster.

Een onschuldig lam van drie-en-dertig jaren,
Judas had hem verkocht, de valsche verrâre!
waarvoor hij drie-en-dertig penningen had.
Op eenen Goeden Vrijdag
dat Jezus in de bittre passie lag
met doornen bevangen,
met bloed verstrangen,
Maria kwam daar gegangen,
Ze zei: ‘O Kind, ge ligt hier zoo heet
in uw bloed en in uw zweet,
noch gezalfd noch gebonden!’
Is er nu iemand die dit gebed
driemaal daags lezen zal
drie dagen voor zijn ende,
God zal den engel zenden
drie uren vóór zijn dood:
Zijn zonden zijn vergeven
Al waren zij nog zoo groot.

Geh. Oost-Nieuwkerke

Werkbie.

Ploegstoker.

De ploegstoker is een steker die langs den ploegsteert ligt en dient om de eerde van de scharre af te stekken als er entwat blijft stroppen, als ze eraan plakt lijk in zwaar land of als ze de vette inrijen.

Uitkerke.

H.F.

- Gij zult nog te late komen in 't Laatste Oordeel!

- Ah! de die moeten mee met de wandelende Jode!

Brugge.

G.M.

Een schortje spannen.

'k Ging naar de fruitmarkt, woensdag, bij Lietje om keersen. 't Begon te regenen - een salâregentje nog maar - en Lietje, benauwd voor de schade aan zijn fruit, zei met den bibber in zijn stemme: ‘Och Onze Lieve Vrouwtje, spant er joen schortjen over!’ te weten over zijn fruitkraam.

Brugge.

A.V. W

Beesten laten aanbranden.

Als een veekoopman - nen ‘beestenmarchand’ - zijn aangekochte beesten niet en trekt of niet en laat leveren, en dus niet en betaalt, dan hoort ge:

[p. 224]

- Pooteghem en heeft de beesten van Sanders niet willen trekken, hij heeft ze laten aanbranden!’

Lisseweghe.

A.V.W.

Bakstjeskraker:

d.i. een drinkebroer, een nachtuil, een pekker:

- Ze waren weeral te gare te Kamiels, die bakstjeskrakers, en bleven er tot een gat in den nacht.

Vlisseghem.

A.V.W.

Lochtingvoeten:

dat zijn groote voeten, oorlogschepen, plakpooten. Iemand die daarmee besteld is heet: een selderij-trappelêre. Alzoo verstaan we de zegswijze die ik alhier opving: Den die'n zou kunnen geld winnen met selderij te trappelen!

Kortrijk

V.B.